In dorpje B. op de Veluwe zijn de gemoederen de laatste dagen ernstig verhit. We leven in een tijd die gekenmerkt is door ik-gerichtheid. Dat wordt natuurlijk ook wel een beetje gestimuleerd door het over ons gesteld gezag, waaraan we ons natuurlijk dienen te onderwerpen, en wat we ook enigszins zelf over ons hebben afgeroepen. Ook de Veluwe ontkomt daar niet aan: we moeten steeds meer zelf ons hoofd boven water houden wanneer we niet in de gelukkige positie van VVD , CDA of PVV-stemmer ( “Ingrid, doe mij nog drie blikkies bier!” ) zijn. Er wacht ons dan de dreiging van uitzetting ( wanneer we bijvoorbeeld voor het milieu opkomen of anders denken dan rechts ) of van het totaal inhouden van subsidie of geldelijke steun ( wanneer we iets voor de medemens in onderontwikkelde landen willen doen ). Heb je zoals ik ook nog de pech om in het onderwijs te werken, dan mag je ook nog de opvoedkundige taak van ouders overnemen en de verzorgende taak van instanties die zich tot voor kort met “rugzakleerlingen” bezig hielden.
Van dit kabinet mogen vrijwilligers allerlei taken overnemen. En zijn die er niet, dan is dat jammer, maar er is helaas geen geld meer om dat soort economisch niet interessante zaken te ondersteunen. Bedrijven en banken hebben dat geld tenslotte méér nodig, want anders komt volgens de logica van onze regeerders onze economische positie in gevaar. Dat gezeur van die chronisch zieken, dementerende bejaarden, psychische gestoorden en andere niet-winstgevende types ook. Die zijn hinderlijk aanwezig. Typisch gevalletje van mandje met aandelen verkeerd beleggen en te eerlijk zijn om zwart geld bij elkaar te sprokkelen.
Toch zijn er nog lieden die zich het lot van de ander aantrekken en zonder eigenbelang anderen helpen. Ook in dorpje B. op de Veluwe. Zulke mensen zouden dus wel eens een aardigheidje verdienen, dacht men daar. Geen geld naturlijk, maar wanneer je ze nou eens allemaal tracteerde op een leuke circusvoorstelling in het plaatselijke theater; zoiets schept toch een band en houdt de sjeu er een beetje in. Men zocht en vond, en kwam uit bij het Wintercircus van ene meneer Martin Hanson: goochelaars, gedresseerde honden, wat mensen die op elkaars schouders leuke dingen doen, en tamme eenden die een aardige act opvoeren vóórdat ze met de kerst in een driedubbele salto achterwaarts gehoekt geheel zelfstandig in de braadpan springen. Muziekje erbij, beetje feestverlichting, een avondje gezelligheid voor jong en oud. Geen sex, geen gevloek, het hoogtepunt van erotiek mogelijk een juffrouw in een strak glitterpakje die met kegels jongleert. De avond raakte al snel vol geboekt, want gratis en cultuur, en ook nog eens iets met elkaar en voor elkaar doen, dat zijn begrippen die tegenwoordig nog maar moeilijk samen gaan.
Hoe sneu nou toch dat in dorpje B. er lieden zijn, die in een gezellig ongedwongen avondje genieten de hand van de duivel himself zien. De lokale SGP maakt bezwaar tegen dergelijk werelds vermaak, want de muziek en het licht roepen een uitbundige sfeer op, en dat mag natuurlijk niet wanneer je in God gelooft. Stel je voor zeg, een beetje lachen om iets leuks, klappen om iets moois en dat ook nog eens onder een verlichting die als “feestelijk” te omschrijven is, dat kan onze lieve Heer nooit bedoeld hebben. Of je al met één been in de hel beland bent. Tot overmaat van ramp treden er ook acrobaten op, die daarmee “hun leven in de waagschaal stellen”. “Acrobaat dodelijk getroffen door neervallende gekleurde sjaal”, zou wel eens de sensationele krantenkop de day after kunnen zijn. Zo moet het dus niet. Wanneer er in dorpje B. al überhaupt iets te vieren valt, dan doen we dat met stemmige samenzang bijvoorbeeld, onder begeleiding van een amechtig trapharmonium op hele noten. Dat vinden alle vrijwilligers vast leuk. Het is vét uit je dak gaan tegenwoordig, daar in dorpje B. op de Veluwe. Komt allen!
Noot: Volg de discussie in de lokale krant hier.
Te triest om waar te zijn maar met een brede lach gelezen. Mooi.