Afgelopen avond zag ik tijdens het zappen ( “Denkend aan Wauwel zie ik een vijftiger traag zappend onderuitgezakt door een oneindig aantal tv-kanalen gaan” ) een professor aan de UVA, die een theorie achter computerspelletjes demonstreerde.
Nu ben ik zelf een behoorlijk fanatiek gamer, waarbij mij niets een groter genoegen kan doen dan in een vliegtuig de lucht te doorklieven of in een trein het land te doorkruisen. Er zijn lieden die gaan daarbij zó ver, dat zij op hun bureau een compleet cockpit- of treincabine interieur inrichten, maar helaas mag ik dat genoegen niet smaken. Het is dus wat behelpen met een joystickje en één monitorscherm.
Tijdens het spelen – mannen blijven hun hele leven grote kinderen – verwissel je voortdurend van scherm, om zodoende een beter totaaloverzicht van alle gebeurtenissen om je heen te krijgen en het spel beter te beheersen. Zo voorkom je narigheid zoals onverwachte crashes, turbulentie of een totaal verlies aan oriëntatie op de wereld.
De professor nu gaf een uitleg – helaas viel ik er pas aan het einde in – over de diverse perspectieven van waaruit je zo’n spel bekijkt en benadert, en poneerde daarbij de stelling dat je een dergelijke handelwijze ook in het echte leven zou moeten hanteren.
En daar zit veel waarheid in: door te wisselen van perspectief bezie je het leven vanuit allerlei verschillende invalshoeken, zie je het met een andere blik en benader je zaken met een andere kijk. Je helpt jezelf uit het kokerbeeld waarin je vaak vast zit en je ziet oplossingen of benaderingen die je anders misschien nooit had ontdekt. Kijk je tegen de zon in, dan zie je niks; heb je de zon in de rug, dan is alles ineens veel helderder.
Zo had ik dat nog niet gezien. Een aardige afsluiting van mijn vakantie en een aardige uitdaging voor de nieuwe periode van werken, die tot de kerst wel erg lang lijkt te duren. Zie het leven dus maar als een spel, en wissel geregeld van scherm. Bovendien een goed excuus voor het thuisfront om tijdens de broodnodige ontspanning af en toe even achter het computerscherm te kruipen: ik oefen dan weer voor de dag van morgen.
We gaan ook maar weer eens van start. Wellicht dat je tip me door de donkere maanden tot het voorjaar heen helpt.