Het Stage-bezoek

In verband met mijn werk moet ik geregeld op stagebezoek. De adressen variëren van dierenartspraktijken tot dierenasiels en dierentuinen.

Zo moest ik onlangs naar een dierenambulance in de plaats H. De dierenambulance bevond zich in een armoedig woonwijkje waar ik na lang zoeken en rondjes rijden het juiste huisnummer vond. Voor de deur stond inderdaad een als dierenambulance uitgedost oud bestelbusje. Iemand had met deels ongeschoolde hand het woord ‘Dierenambulance’
op diverse plekken op het voertuigje aangebracht, al dan niet vergezeld van schots en scheve plaklettertjes.

Toen ik het hekje van de tuin open deed klonk vanachter de voordeur, die tot een meter boven de grond smoezelig was kaal gekrabd, al een woedend geblaf en hevig
gekrabbel aan het versleten houtwerk. Voor de ramen van de woonkamer hingen halfhoge gordijntjes en daarachter, gedeeltelijk door verdroogde plantengroei aan het oog onttrokken, bewogen zich enkele gedaanten.
Het was half elf stipt, want ik ben een man van de klok. Op het zelfde moment dat de deur werd geopend stormde een grote vaalbruine hond naar buiten en stootte mij met de kop frontaal in het kruis, waardoor ik lichtelijk voorovergebogen en met samengeknepen benen het pand moest betreden. In de woonkamer, die blauw stond van de rook, bevonden zich naast de eigenaar van de dierenambulance, de stagière, met sigaret in de hand, en de vrouw des huizes, ook met sigaret en gehuld in een bloemetjespeignoir, beiden gezeten aan een geheel gedekte ontbijttafel. De gordijnen in de achterkamer waren nog dicht, zodat ik vaag op de bank nog twee kleinere hondjes van onbestemd ras kon onderscheiden. De ramen in de voorkamer waren door allerlei onbestemd aanhechtsel niet meer doorzichtig.

Ik werd verzocht plaats te nemen op de uitgezakte bank naast of tussen de hondjes, waarna de grote hond direct weer driftig pogingen deed zijn kop in mijn kruis te stoten. Op de achtergrond klonk door alles heen het geruis van een scanner, want de eigenaar moest 24 uur per dag “stendbaai blijvuh”, zoals hij gewichtig verklaarde. Het voortbestaan van de plaats H. leek in zijn handen te liggen.

Moeders, die evenals de stagière nog niet van haar plaats was geweest, bood mij een kop koffie aan die ik beleefd weigerde, waarbij ik mij probeerde voor te stellen hoe het kopje en de inhoud eruit zouden zien. Zo verliep het gesprek ( op luide toon, want de scanner stond nog al hard ), waarbij ik aantekeningen maakte of deed alsof en verder de hond van mijn af poogde te houden. Ook de andere hondjes op de bank kregen steeds meer interesse. Zij kwijlden sterk.
Het volgende adres was hondentrimsalon “Esmee”, gelegen ergens achteraf aan een bosweggetje. Dit bleek een 2-persoons caravan te zijn, ook al weer gehuld in blauwe dampen van de sigaret rokende aanwezigen. “Wilt u een rondleiding door het bedrijf?” vroeg de stagière tussen twee rookwolken door.
“Ja graag, laten we dat maar eens doen” zei ik, denkend aan de drie kwartier die een gemiddeld stagebezoek toch wel moest duren. Het was weer een leuke dag. Thuis gauw onder de douche.

Weer tijd voor een filmpje

’t Is weer eens tijd voor een paar leuke filmpjes: op de volgende site staat   een aantal Flash-filmpjes over “Happy Tree Friends”, waar ik door   een paar van mijn leerlingen op gewezen werd. Een beetje rechts in het midden   staan wat “Quick   Piks“, waarbij vooral het filmpje van de eland met de bijl erg leuk  is. Althans, dat vind ik. Nu werk ik op een opleiding voor dierverzorging, en   het is toch wel wat schokkend dat mijn pupillen met dit soort filmpjes aankomen  zetten. U bent dus gewaarschuwd! Het duurt even voordat de eigenlijke filmpjes starten, want eerst wordt ons weer de nodige reclame door de strot geduwd.

Een ander leuk filmpje vond ik hier. Voor wie op zoek is naar nieuwe speakers voor zijn “boom-car“. Vooral niet op de linkjes aan de linkerkant op het scherm klikken, want dan worden weer een hoop sexy singles over ons uitgestort en we zijn natuurlijk allemaal voorzien.

Wat is een boomcar? Dat is een autowrak dat wordt omgetoverd tot een verzameling rijdende geluidsboxen, die het zaakje tevens bijeen houden.

Tot slot nog even deze twee: vrouw achter het stuur nummer 1 en vrouw achter het stuur nummer 2 . Gewoon openen en afspelen, is veilig en erg leuk!.

Herdenken


 Het is vandaag 5 mei en dus wordt gevierd dat we 60 jaar geleden bevrijd zijn.   Bij mij thuis is dat er altijd met de paplepel in gegoten, vooral op 4 mei,
  dus ik heb mij naarstig voorgenomen het er ook bij mijn gezinsleden stevig in   te rammen. Tot nu toe is dat redelijk gelukt.

Mijn vader ging vroeger op 4 mei zo tegen acht uur zenuwachtig heen en weer   ijsberen door het huis en voor het raam naar buiten staan kijken welke onverlaten   zich niet aan de twee minuten stilte zouden gaan houden. In het bijzonder werd   daarbij sterk gelet op de overbuurman, “de Zeepkoning” genoemd ( vanwege   zijn werk als vertegenwoordiger in wasmiddelen ). Die waste dan ( met zijn eigen zeep, vermoed ik ) bijvoorbeeld de auto, of was de heg aan het knippen, en dan   ontstak mijn vader in woede, want “de ouders van die vent waren ook fout in de oorlog”. Er waren veel mensen “fout”. Vooral politici van de KVP, de CHU en bovenal de VVD waren fout, met Aantjes voorop. Er waren maar een paar goede politici, namelijk Wolff en Bakker van de CPN.

Op dodenherdenking was de stemming in huis dus gedrukt en ik leverde mijn bijdrage door vorafgaand aan de twee minuten stilte met mijn Airfix-soldaatjes  op mijn kamer grote bloederige veldslagen te houden met veel doden, inclusief herdenking. Toch is die opvoeding blijven hangen. Ik heb drie dochters, dus wat het delen van mijn oorlogszuchtige interesses betreft kom ik er uiterst bekaaid af.. Maar daarover wel een andere keer. Om even voor acht uur ijsbeer ik zenuwachtig door de kamer, ik kijk snel even op straat om te controleren wie er wel en wie er niet vlagt ( één van onze buren – die ook vertegenwoordiger is – vlagt dus niet, hetgeen mijn vermoedens bevestigt ). Om acht uur is het stil en de rest van de avond zou ik het liefst in gedrukte stemming doorbrengen met veel triestige films en reportages op TV, maar met zoveel vrouwelijke gezinsleden en sinds gisteravond ook nog twee extra vrouwen in huis, is dat moeilijk. 

Toch moest ik er vannacht, toen ik even wakker werd, weer aan denken, aan al die stille graven daar in het donker, aan hen die daar al 60 jaar liggen in de stilte van de nacht….

Mag het ietsje zachter?

Knetterende brommers worden door Nederlanders als de hinderlijkste lawaaischopper ervaren. In het algemeen ergeren ze zich het meest aan geluid van het verkeer. Het gevoel van overlast neemt bovendien alleen maar toe. Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Het RIVM onderzoekt elke vijf jaar welk geluid gevoelsmatig de meeste overlast geeft. De laatste peiling geeft aan dat 3,7 miljoen mensen zich aan het verkeer op de wegen storen. De ergernis over het treinverkeer is de sinds de vorige peiling toegenomen, die over vliegtuiglawaai nam juist iets af

Dat vliegtuigen en brommers te veel lawaai kunnen produceren moge duidelijk zijn. Maar ook peuters op de crèche kunnen er wat van. Soms schreeuwen ze zelfs zo hard dat het geblèr de geluidsnormen, 87 decibel, van de Europese Commissie overschrijdt. Vanaf volgend jaar gelden nieuwe geluidsnormen binnen de Europese Unie. Om zijn campagne tegen geluidshinder kracht bij te zetten gaf Europees Commissaris Spidla het voorbeeld van lawaaiige kinderen. Als zij structureel te hard praten, zullen kinderdagverblijven en scholen maatregelen moeten treffen om begeleiders en leraren tegen het lawaai te gaan beschermen.

Kijk! Dat biedt nu ongekende perspectieven voor allerhande opvoeders en voor het onderwijs, waar ik in werkzaam ben. Argeloze lezertjes, die niets van onderwijs af weten, zullen nu eindelijk beseffen aan wat voor lichamelijke ongemakken de doorsnee-docent
bloot staat. Ik zie visioenen voor mij van hoge geluidsschermen om scholen heen, geluiddichte kinderwagens in ondergrondse kinderdagverblijven, verder een grote toekomst voor gebarentaal.

Eén van mijn collega’s

Het onderwijzend en opvoedkundig personeel zal voortaan gehuld gaan in geluiddichte pakken. In één van mijn klassen heb ik twee dove leerlingen, die met behulp van een tolk de boeiende materie die ik hen
doceer, tot zich nemen. En dan gaat het nog over computers ook, waar de tolk ( een vrouw ) helemaal niets van begrijpt. Deze beide leerlingen halen de hoogste cijfers, en luisteren dus het beste en zijn mijn beste leerlingen. Wie durft er nog te beweren dat het alleen met geluid kan?
Deze Euro-commissaris Spidla heeft vermoedelijk nooit ( schreeuwende ) kinderen gehad. Wij kampeerden een jaar of vijftien geleden eens in het bruisende Nunspeet op de Veluwe, op een kampeerterrein in-the-middle-of-nowhere, gelegen langs een militair oefenterrein. ’s Nachts begaf de Nederlandse krijgsmacht zich daar met enige regelmaat op oefening, en dan rosten stoere soldaten in razende vaart met grote Leopard-tanks over de nabij gelegen tankbanen.
Onze oudste dochter had toen de onhebbelijke eigenschap ’s nachts de Euro-geluidsnormen van 87 decibel met zeker tientallen decibels te  overschrijden, en dat geeft op zo’n camping met veel tenten een wat onrustig gevoel. Zijn overstemde volgens mij met gemak het gedreun van de tanks. Ten einde raad ben ik met haar tegen twaalven in de auto gestapt, want door het zachte deinen werd zij in het algemeen stil. Na een uurtje rijden door het stikdonkere bos, met een straaljager met nabranders aan op de achterbank, gebeurde het onvermijdelijke, en raakte ik verdwaald. Je had toen nog geen mobieltjes, en al helemaal geen GPS ( die tanks wel, vermoed ik ), en tot overmaat van ramp bleek ik mij op een gegeven moment op een uiterst bochtige tankbaan te bevinden.
Mijn Hummer ( ik was toen al een voortuitstrevend typje ) was net even in de garage, dus mijn Opel Kadetje had enige moeite met het wat woelige terrein. Mijn grootste vrees was dat zo direkt om de bocht een tank aan zou komen stormen , maar gelukkig doemden op een gegeven moment toch de vertrouwwekkende lichtjes van Vierhouten
op. Om 3 uur was ik weer thuis, en begon de kleine toen de auto stil hield direkt weer te krijsen.

UPDATE 24-6-2005
Ook een nieuw lawaai-record in het vrouwentennis. Tennister Maria Sharapova heeft namelijk een geluidsrecord gevestigd. De tennister, bekend om haar gekreun tijdens de wedstrijd, heeft tijdens de tweede ronde van Wimbledon een schreeuw gegeven met een geluidsniveau van 101,2 decibel. Hiermee liet zij Monica Seles ver achter zich. Zij kwam nooit verder dan 93 decibel. Ter vergelijking, een F16 op 600 meter hoogte veroorzaakt 95 decibel, een politiesirene gemiddeld zo’n 100 decibel.

“Bedankt für die Fietsen”

Na alle euforie van de afgelopen dagen komen we allemaal weer een beetje tot rust . U heeft natuurlijk net als ik genoten van de TV, waarin wij live getuige waren van de schoorsteen op de Sixtijnse Kapel. Het schijnt – zo las ik vandaag – dat er bij het verstoken van de stembriefjes het een en ander mis is gegaan, waardoor de hele kapel vol rook stond, aldus Kardinaal Simonis gisteravond op TV. Pas na toevoeging van de nodige chemicaliën kwam er dan eindelijk de lang verwachte witte rook. Niet geheel onverwacht natuurlijk, als zo’n schoorsteen al ruim twintig jaar niet gerookt heeft, en waarschijnlijk ook niet geveegd.

Maar goed, we hebben dan een nieuwe paus, en met 4 en 5 mei in het vooruitzicht is het mooi dat het nu eens een Duitser is. Wordt voortaan ook het Urbi et Orbi in het Duits nagesynchroniseerd: “Aber natürlich, Sir”, of in dit geval nog beter: “Aber übernatürlich, Sir”.
Op het internet doemden natuurlijk hier en daar allerlei lichtelijk bewerkte plaatjes van de nieuwe Paus op, maar daar doen wij hier op dit nette weblog natuurlijk niet
aan mee.
Wij besluiten met een echt portret van Benedictus en wensen hem veel succes.

O ja, hier een foto van de Paus (toen hij nog lid was van de Hitlerjugend).

Moordlust

Het is in ons landje enigszins zomer, en daar moet natuurlijk van genoten worden. Nu hebben wij een aardige tuin, en in die tuin is een redelijke grote vijver. Dat is natuurlijk leuk, zo met al die visjes en af en toe een reiger, maar zo’n vijver trekt ook andere geïnteresseerde bewoners aan, in dit geval de Mug, die hoort bij de familie van de Culicidae, of te wel de steekmuggen ( ja, dat heb ik ook maar uit de Wikipedia, hoor ).
De nachten zijn dus een verschrikking, ondanks dat mijn huis is gebarricadeerd met rolhorren, deurhorren, en allerlei andere horren.
Het grote gevaar schuilt in de voordeur, waar zich onder het afdakje elke avond een grote groep muggen verzamelt, die allemaal in blijde verwachting zijn van het moment dat iemand de deur opent. Nu krijgen mijn dochters geregeld vrienden en vriendinnen aan de deur, dus u begrijpt, die beesten gaan gelijk rechts omhoog naar de slaapkamer, om het aldaar hangende muggengordijn te bestormen. Dat bestaat
uit strookjes, dus als ik ’s nachts eruit moet om te plassen ( ik ben de vijftig gepasseerd ) komen de onverlaten handenwrijvend binnen stormen.
Van te voren lig je nog een tijd te denken van zal ik nu wel gaan plassen of niet en als ik niet ga plassen dan moet ik straks en dan slaap ik tot die tijd weer niet maar als ik ga plassen komen die muggen binnen, maar uiteindelijk moet je er toch aan geloven.

Terug in je bed, net ingedommeld, klinkt daar dan het meest irritante geluid ter wereld: het zoemen van een mug. Licht aan, elektrische vliegenvanger gepakt en een dans door de kamer uitgevoerd. We hebben hier echter te maken met een uitermate intelligente soort, gemuteerd blijkbaar, die werkelijk spoorloos verdwijnt zodra je het licht aan doet. U kent ze vast wel, want ze komen alleen in slaapkamers voor. Mijn vrouw heeft het begerenswaardige vermogen zich nergens wat van aan te trekken,
die doet een laken over het hoofd, maar ik ontwikkel in snel tempo moordneigingen die ik nooit bij mij had vermoed.
Wat kan ik genieten van de lichtflits op het moment dat mijn electriseermachine doel treft, van de geur van geroosterd muggenvlees, en van de laatste stuiptrekkinkjes van dat volgezogen lijfje. Het gelukzalige gevoel, als je weer onder je dekbed glijdt.

Om vijf uur ’s nachts opnieuw gezoem, volgens mij drie verschillende muggen, en allemaal niet te vinden…….

Habemus Papan

Er is nieuws van het Kip knuffel front. Net als in de Sixtijnse Kapel is ook
hier witte rook. Ik ben driftig bezig geweest een team van counsellors bijeen
te brengen en met trots kan ik u onderstaande medewerkers presenteren. “Habemus
Papan !” kunnen we wel zeggen.


Meer info volgt natuurlijk spoedig.