Gymnasium, klas 2a

Drie dochters heb ik, en die zitten ( of zaten ) allemaal op het Johannes Fontanus College, het JFC, hier in Barneveld. Op deze scholengemeenschap voor VMBO, HAVO en VWO wandelt een gemêleerd gezelschap rond, en één van de daar gepleegde activiteiten is het uitbrengen van een schoolkrant, de “Gutsy”. In het laatste nummer stond een alleraardigst gedicht, dat ik als docent ( o.a. Nederlands ) u niet wil onthouden. Wie de auteur is, weet ik niet, hopelijk maakt hij of zij zich nog even bekend, zodat ik de naam er onder kan vermelden.

Tevens hoop ik dat de publicatie van dit stukje poëzie niet tot gerechtelijke stappen leidt, zoals onlangs een uitgeverij in Friesland mij dreigde na door mij gepleegde manipulatie van één van hun ansichtkaarten, dit met betrekking tot de poema, die hier nu al eeuwen rond schijnt te waren.

Gymnasium, klas 2a

Dit is een klas van al te goeden wille,

de brillen blinken van oplettendheid.

‘Aan zo’n gezelschap kun je nog wat kwijt,’

zegt mijn collega die ze elders villen.

Ik heb graag wat verzet tijdens het drillen,

dat geeft eens een verzetje op zijn tijd.

Een klas die kleeft van zoete volgzaamheid,

brengt van weeromstuit mij tot dwarse grillen.

Laatst na de les, bij ’t reinigen der borden,

kwam er zo’n braverd glimmend naast me staan,

een mini-toonbeeld van Gezag en Orde.

‘Wat moet ik doen,’ zo klampte hij me aan,

‘wanneer ik leraar-Nederlands wil worden?”

Ik grauwde: ‘Naar een psychiater gaan.’

Auteur helaas nog onbekend.

Kwijlen over de randstad

Weer even iets lokaals over het dorpje waar ik woon, dat is zo af en toe wel nodig.

Onlangs mochten wij in de plaatselijke krant lezen dat het weledelgestrenge gemeentebestuur van Barneveld droomt van een aansluiting bij de Randstad. Het zou weer de zoveelste impuls voor Barneveld betekenen. Blijkbaar is ons dorpje zonder impulsen ten dode opgeschreven, dus grijpen wij terug op impulsen om de gang er in dit blijkbaar kwijnende achtergebleven gat nog een beetje in te houden. 
Waneer je als argeloze burger een beetje om je heen kijkt, zijn er inderdaad genoeg voortekenen die allemaal naar deze dreigende aansluiting wijzen: 

We krijgen een echt Transferium ( in Nunspeet hebben ze sinds enkele jaren ook een mooi transferium en daar zie ik inderdaad wel eens een auto geparkeerd staan ), we krijgen een met de Betuwelijn vergelijkbare lightrail, we worden Food Valley ( de Barneveldse sprits ? ) en Poultry Centre ( de link verwijst naar een uitermate boeiende website van een “kalkoenbroederij”, of “boerderij”, het kan een tikfout wezen ) , we hebben nu een bibliotheek met een echte boeken-innameautomaat, we stampen onder aanvoering van projektontwikkelaars de ene na de andere woonwijk uit de grond, we bouwen grote kantoorcomplexen zodat we net als de Randstad duizenden meters leegstaande kantoorruimte hebben, we willen ingebed worden in een net van snel- en rondwegen ( we hebben elke ochtend al echte files die op de radio genoemd worden ! ), er loopt al een poema in de buurt die veel publiek trekt, het gemeentebestuur kent allerlei schandalen en weggestuurde wethouders, we willen grote parkeergarages en we krijgen, als klap op de vuurpijl, een gemeentehuis dat het paleis van de voormalige Roemeense dictator Ceaucescu tot een armzalig plaggenhutje moet degraderen. Wie de mastodont die op het voormalige Raadhuisplein verrijst heeft gezien, kan dat slechts beamen. En daar mag tegen elke prijs wat kunst tegen aan gegooid worden, want dat heb je tenslotte ook in de grote stad.

Het wachten is nog op een tweede nationale luchthaven, een zeehaven ( bij Zeumeren, of de Barneveldse Beek, dacht ik zo ) en een aanvraag voor het verzorgen van de Olympische Spelen of het WK Voetbal op de sportvelden in ons dorpje. Ongetwijfeld werkt men achter de schermen al kwijlend aan een “bidbook”.

Kortom, met een gemeentebestuur wat natte dromen lijkt te krijgen bij gedachtenkronkels over aansluiting bij de Randstad, moeten we voor de toekomst van Barneveld het ergste vrezen.

Sport is verschrikkelijk

In het algemeen heb ik een hekel aan sport. Nou zal dat deels door mijn postuur komen (mijn gezin laat niet na mij daar dagelijks in kwetsende bewoordingen op te wijzen), maar ook door sommige beoefenaars, hun taalgebruik en het publiek dat op die sporten af komt. Ik ben zelf ook altijd al slecht in sport geweest. Ik heb nog traumatische herinneringen aan de gymnastieklessen op de middelbare school, waarbij bijvoorbeeld bij binnenkomst in de sportzaal het wandrek klaarstond of de ringen klaar hingen. Meestal bleef ik net zo lang klungelen met het in de ring steken van mijn voet tot de beurt voorbij was. Ik werd ook altijd als laatste gekozen, kreeg kastieballen op mijn
  brilletje, of schoot – tijdens de zeldzame keren dat ik scoorde – in eigen doel. U begrijpt dus waar mijn aversie vandaan komt. 

Inmiddels is het sportminnende deel van de bezoekers van deze site walgend afgehaakt, en kan ik dus rustig verder gaan. Zo besloot ik eens in een vlaag van verstandsverbijstering mij aan te melden voor fitness. Dat soort dingen doe je als je in een heftige midlife-crisis verkeert. 

Gloednieuwe, hagelwitte sportschoenen aangeschaft, sportief afkledend broekje aangetrokken, handdoek losjes over de schouder en de plaatselijke sportschool ( die overigens prima is en die ik iedereen kan aanbevelen ) binnen gewandeld. ‘Ervaar de kick!’ juicht de website ons toe.

In de zaal, waar enge glimmende instrumenten waren opgesteld, bevonden zich een kring flitsend snel geklede huisvrouwen, enkele breedgeschouderde body-types, en een instructeur van het type stoere marinier. Nadat ik mij uiterlijk ontspannen in het groepje had opgesteld, beetje achteraan en uit het zicht, begon onder leiding van de marinier en onder de klanken van bonkende muziek de ‘warming up’, die tien minuten zou duren. Daarna zouden de instrumenten aan de beurt komen. Vol er tegen aan
  natuurlijk, want stoere huisvader tussen huisvrouwtjes, dus alles uit de kast. Na vijf minuten moest ik even naar het toilet, waarheen ik mij strompelend en nèt niet brakend begaf. Toen ik daar enige tijd boven had gehangen, begaf ik mij beverig weer naar de zaal om de marinier te melden dat ik nog een onverwachte afspraak had. Heb een week ziek op bed gelegen.

  Uiteindelijk heb ik het toch een paar maanden volgehouden, ten koste van mijn goed geproportioneerde buik, dus wie weet binnenkort een nieuwe poging. Je wilt op mijn leeftijd tenslotte een lichaam als een jonge god hebben of niet. U ziet mij dan ook op bijgaande foto die kort geleden werd gemaakt.

  Maar goed, ik vertelde dat ik een hekel aan sport heb. Als je bijvoorbeeld wielrenners op televisie na de etappe ‘Omloop het Volk’ ( waar het altijd regent en hagelt, kan ook niet anders met zo’n naam en zo’n omgeving ) een interview hoort geven,
  is dat meestal een onverstaanbaar gebalk, en tot overmaat van ramp nog Brabants ook. Dat zelfde geldt voor voetballers ( in het bijzonder hun trainers ), die trouwens meestal Amsterdams praten.

In elk geval, wielrenners komen op mij altijd wat onsmakelijk over; kwijlslierten langs het shirt, onbestemde substantie-vegen op hun broek, snot aan de neus en ze heten bijvoorbeeld Servais Knaven.

  Tot slot, die broeken he? Klik op onderstaande foto om te weten waarom ze gelukkig meestal zwart zijn.

Aardbeving

Vanochtend lag ik lekker in mijn bedje toen het nieuws ons om zeven uur meldde dat Californië opnieuw was opgeschrikt door een aardbeving. Geen grote, maar toch niet voor de eerste keer deze week.  Nu is mijn dochter gisteren geslaagd en om haar enigszins tot schoolse daden te pushen, had ik haar vorig jaar een gezamenlijk reisje naar de States beloofd, ook goed voor imago-building van de vader op leeftijd.

Ik zal er dus aan moeten geloven, maar de lezertjes van dit weblog hoeven zich niet ongerust te maken, want wij gaan naar New York, ietsje hoger op de kaart dus, maar toch ook niet helemaal ongevaarlijk, zoals de geschiedenis ons helaas heeft geleerd. Ik ben eens even wat verder gaan rondzoeken naar het aardbevingen-fenomeen in Californië, dat – zoals iedereen weet – wordt doorkruist door de St. Andreas breuklijn. Men kijkt daar dus niet op van een bevinkje meer of minder, net zo min als van poema’s, die daar in groten getale rondhuppelen.

Er zijn echter personen die beweren, dat dit wel eens de aanloop zou kunnen zijn tot de grote klap, die toch een keer gaat komen. De huidige kans dat dit de eerste signalen zijn wordt op 5 % geschat, er is dus hoop. Als – naar wat beweerd wordt – dieren inderdaad natuurrampen kunnen voorspellen en dus tijdig op de vlucht gaan, is het echter een lelijk voorteken, want hoe komt die poema anders in Nederland? Moet wel een hele zware worden, om zo ver te vluchten.

In elk geval, ik stuitte op de fascinerende animatie hieronder, die ik u niet wil onthouden. Men ziet daar een voortdurende activiteit in de afgelopen week, waarbij deze naarmate de week vordert, sterk toeneemt. Let vooral op de aardbevingenteller onderaan! We leven in een veel roeriger wereldje dan ik altijd al gedacht had. Mocht er niets lijken te bewegen, dan moet u de pagina even verversen.

Een serieus stukje dus dit keer, maar dat mag zo op zijn tijd ook wel eens.

Animatie aardbevingen in de week van 10 juni

Vieze woorden

Ik kijk zo af en toe eens even in de statistieken voor deze site, en dan zie je bijvoorbeeld uit welke landen de bezoekers komen, en op wat voor trefwoorden men zoekt.

Van dat laatste moet ik toch een beetje schrikken: ik zie dat er vandaag gezocht is op een aantal schokkende woordcombinaties, zoals ‘vieze woorden’, ’trieste filmpjes’, ‘schorsingen politie hoogleraar’ ( wat moet ik daar nu weer voor politiek schandaal achter zoeken? ), ‘geslachtsdelenplaatjes’, ‘Barneveldse sprits’ ( niet te vreten trouwens , en zeker niet na het bekijken van gelachtsdelenplaatjes) en nu toch wel het meest stuitend: ‘katten en hoogspanning’.

Nu ben ik zelf de eigenaar van twee katten, en u zult dus begrijpen dat mijn argwaan direct werd gewekt. Waarschijnlijk loopt er dus nu in Nederland een fervente kattenhater rond met uiterst snode plannen. Kan ook zijn, dat de medewerkers van de stichting Pantera, die de ontsnapte poema willen vangen, inmiddels ten einde raad zijn en zich verlagen tot snode middelen, die ze blijkbaar op mijn site hoopten te vinden. Ik kan daar toch echt niet aan meewerken, temeer daar ik ze ook op de televisie heb mogen aanschouwen.

Daar vertelde een van een stoppelbaard voorzien gezet type met een kennersblik hoe slecht het was om het beestje dood te schieten en dat wij er allemaal geen bal  verstand van hebben. Ik citeer even een stukje uit de desbetreffende site over de desbetreffende medewerker ( let vooral op het verfijnd Nederlands ) :

  “Hij vind het verschrikkelijk dat de huidige arbeidsethos zo bar slecht is en dat je maar moet pikken van medewerkers dat zij vrijwilligerswerk ook vrijblijvend vonden en dat een beetje goed al voldoende was Zijn principes en het vertellen van de waarheid meestal op niet mis te verstane wijze, hoe hard soms ook, bleef hij altijd trouw.” Helder he? Wie de film Arachnafobia heeft gezien, weet wat voor type ik bedoel. Daar kwam namelijk een ongediertebestrijder in voor, die volgens mij de broer was van deze poemabestrijder.

Maar goed, dat gezoek op vieze woorden en enge woordcombinaties op mijn site moet maar eens afgelopen zijn. Straks krijg ik hier nog een speciaal bijstandsteam over de vloer.

Vervelend is natuurlijk wel, dat alle gebruikte zoektermen in dit stukje al weer een keer genoemd worden, wat dus weer extra vieze bezoekers oplevert.