Ik probeerde daarstraks met de auto de supermarkt te bereiken voor nog een paar vergeten kleinigheden. Reeds van verre zag ik, lang voor de bocht naar het winkelwalhalla, een enorme file en met een kerstmannenmuts getooid winkelpersoneel dat het verkeer stond te regelen. Direkt de eerste de beste zijstraat in dus maar, en daar ergens geparkeerd. Een beetje Nederlander schijnt de auto eigenlijk het liefst in de deuropening van AH te willen parkeren, en als dat niet lukt, dan maar op de invalidenparkeerplaats. Dan strompelen die oudjes met hun rollator maar een stukje verder, ze hebben toch geen geld om uitgebreid kerstboodschappen te kunnen doen, en een bekeuring kost je hooguit één gemarineerde varkenshaas.
Geen karren meer, waar er nog eentje verschijnt wordt de eigenaar nog net niet gemolesteerd en hem het voertuigje uit de handen gerukt. Gelukkig kan ik – eenvoudige van geest- het met een mandje af, en zo hoef ik straks ook mijn karremuntje niet te doneren aan de overvloedig aanwezige vertegenwoordigers van goede kerstdoelen. In de supermarkt zelf lijkt iedereen van plan om de kar zo dicht mogelijk bij zich te houden, en bij de tot € 5,99 afgepijsde setjes met 4 miniscule gevulde amuseschaaltjes ( ja wie wil er anders nog van die troep ) is het een enorme opstopping. Veel opvoedkundig correcte ouders die ook hun kroost allemaal zo’n klein eigen kinderkarretje meegeven. Daarin past mooi een kistje port. “Niet tegen de benen van die meneer aanduwen, Maud Jan! ” Vooral niet naar de vader kijken, want je hebt zo een ram te pakken.
De Nederlanders geven dit jaar voor zo’n 710 miljoen euro aan kerstboodschappen uit. Het kerstpakket mocht een fiscaal vriendelijk aftrekbare waarde hebben van € 70 . Trends in de pakketten: aquakleuren en warme bruine tinten. De wellness-pakketten doen het goed en ook heel populair zijn de chocoladefontein en het pokerpakket.
Ik ben een beetje misselijk, terwijl ik dit schrijf. Te veel bonbons gegeten – niet echt lekker – uit het warme en bruine tinten-pakket van mijn vrouw. En we hebben nog twee van die dozen staan, en ik had nog kersenbonbons, twee Vienetta-ijstaartjes, een liter slagroom, een paar extra zakken kerstmusketkransjes, een banketstaaf achter de hand. Dat wordt wel door eten dan. Ik voel me nu al niet well.
Gelukkig komt nu mijn vrouw thuis. Zij heeft een poppenvoorstelling gegeven voor het kerstfeest van een grote groep verstandelijk gehandicapte volwassenenen. Het publiek mocht het kerstverhaal meespelen, verkleed als schaap, hond, koe, herder en zo. Meest begeerd waren natuurlijk de rollen van Jozef ( lang, blond en mager ) en Maria ( een klein vrouwtje van een jaar of twintig met het syndroom van Down ). Maria’s jurk was niet echt op haar formaat berekend, dus die hing als een soort poncho over haar schouders. Met overgave werd het kindje Jezus, een pop, geaaid. Daarna kreeg iedereen limonade met kerstkrans. Ze hadden in ademloze aandacht genoten. “Een echt kerstfeest! En mag ik volgend jaar dan Jozef spelen?” mompelde een grote man het hoofd naar zijn schoenen gericht, stijf tegen mijn vrouw aangedrukt.
Kijk, het bestaat dus toch nog echt, vrede op aarde en in de mensen een welbehagen.