Verpest

sinterklaas5qnOver de grauwe zee, ver uit de kust van Normandië, vaart een schip, het SS “Geert Wilders”. Wie gelijk een meeuw laag over de schuimende grijsgroene golven nadert, ontwaart een stoomboot, zwaarbeladen, kreunend en stampend, zwarte rookwolken uitbrakend, strijdend tegen de gierende wind.  Op de voorplecht staat een oude man, gehuld in een rode tabberd, met de ene hand de raling omklemmend en met de andere hand de mijter. Inderdaad, het is de Goede Sint, die daar, peinzend in de verte starend, ons met cadeaus komt overladen.
Wij willen weer veel dit jaar, en wij vinden allemaal, van hoog tot laag, dat wij erg zoet zijn geweest. Wij willen meer en hogere bonussen, wij willen een JSF, wij willen een beter klimaat na Kopenhagen, wij willen een tweede termijn voor Neelie Smit, wij willen Balkenende houden, wij willen serieus de Olympische Spelen en als dat niet lukt het WK-voetbal, wij willen allemaal een grotere en milieu-onvriendelijker wagen, want dat is voordeliger bij de kilometerheffing, wij willen nu al naar de kerstshow bij de Intratuin, want die kun je al weer ruim drie weken bezoeken, en we denken stiekum ook al aan de paaseitjes bij ons ontbijt.

Wij willen allemaal graag Patricia Paay in haar blootje in de Playboy zien staan, want wij zijn stiekum een beetje necrofiel, wij willen wraak voor het verloren songfestival en daarom laten we een verwend rijkeluiszoontje het kindersongfestival winnen, we willen allemaal een Mexicaanse griepprik, een Philps bioscoop-tv, en we willen allemaal graag bellen met Annelie Vreugdenhil, directeur Corporate Clients van ING Wholesome Banking ( wat dat dan ook allemaal wezen mag ), want zij stalkt ons elke morgen rond het nieuws van zeven uur  en nog vele malen daarna met haar Gooise stemgeluid en haar telefoonnummer in een irritante reclame die ons oproept haar snel te bellen zodat we mogelijk van haar gedram af zijn.

We hebben nog meer reclame op tv, die ons aanmoedigt dingen te willen HEBBEN. Wie per ongeluk rond het avondeten naar Zapp zapt, weet zich overspoelt met reclames voor Amerikaanse felgekleurde speelgoedrommel, op wonderbaarlijke wijze allemaal speelgoed van het jaar. En ’t is maar 50 euro voor zo’n rotpopje wat echt kan huilen en spugen. Spaar ze allemaal. Wee de Sint die het verwende kind straks niet geeft wat het eist, en de hoeveelheden kalmerende pilletjes die basisschoolkinderen nu al moeten slikken ter voorbereiding op de verjaardag van de Goedheiligman  bereiken ongekende hoogten. Ondertussen beleeft Sint op allerlei netten de meest krankzinnige avonturen, hij komt aan in helikopters, hanggliders, racebuggy’s, electrische auto’s, speedboten, per parachute, hij wordt beroofd, bestolen, krijgt HIV en Mexicaanse griep, gaat scheiden, wordt Moslim, wordt Heiden, wordt zwart, wordt evangelisch, gaat op bezoek bij Dirk Scheringa, overnacht op een Knut-slaapbank van Ikea, opent snelwegen, verstoort gemeenteraadsvergaderingen, koopt twee brillen bij Hans Anders, sluit een lening af bij de Wehkamp, reist met de nieuwe OV-chipkaart, klimt op schoot bij Minister Plasterk, heeft een eigen gedichtenwebsite zodat niemand meer iets zelf hoeft te bedenken, maakt een Rap-hit, een country-hit en een hardcore gabberhouse-hit, kust Gordon en Gerard Joling vol op de mond en laat bij Lieve Paul z’n baard of z’n broek zakken, al naar gelang de bevelen van Paul.

Arme Sint. Ik gun die man eigenlijk een rustige oude dag. Een weekje van te voren aankomen, met Piet Römer enFrits Lambrechts als hoofdpieten en verder nog een clubje echte zwarte pieten, met een normale mijter op zijn hoofd en geen achterlijke honkbalpet.  Kinderen die weer zingen van “Ginds komt de stoomboot” en niet een of andere commerciële popdreun, kinderen die met een paar simpele cadeautjes tevreden zijn, een maan die ongehinderd door natrium- en reclameverlichting door de bomen schijnt, een knisperend pak sneeuw op het heerlijk avondje zelf; ik gun die man weer eens een traditionele Sinterklaas.

Toen ik klein was, een jaar of zes denk ik, kreeg ik van mijn ouders een nieuwe fiets. Nou ja, nieuw.  Te groot om in te pakken, dus ik moest naar buiten, het portiekje in, diep in de nacht om toch zeker zeven uur ’s avonds. Vol verwachting derwaarts, mijn ouders, niet minder vol verwachting, er achter aan, want zij hadden er lang voor moeten sparen. Daar stond het cadeau van de avond, overduidelijk een tweedehands zwarte  jongensfiets. Hoe vreselijk. Een fiets, en nog tweedehands ook, en dat terwijl ik zo heerlijk overal naar toe kon toeren op mijn step ( met zo’n knijptoetertje aan het stuur).  Wat ik toen riep, moet als een mes door de ziel van mijn ouders hebben gesneden: “MIJN HELE JONGE LEVENTJE IS VERPEST! ” Razend van woede en verdriet ben ik het huis weer ingestormd. Blijkbaar bestonden er toen al verwende kindertjes, hoewel ik vond dat mijn buurjongetje, wiens vader directeur van een drukkerij was, altijd meer en mooiere cadeau’s kreeg.

Toen al verwend. Hoe erg moet het nu dan wel niet wezen. Arme Sint, hij heeft wel heel erg veel geduld met ons.

Eén antwoord op “Verpest”

  1. Het is niet Mexicaanse griepprik maar mexicaansegriepprik.
    anders zou de prik Mexicaans zijn en dat is natuurlijk niet zo 😉

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *