IJstijd

Het vriest buiten een beetje dus dit weekend komen ongetwijfeld de rayonhoofden weer in spoedzitting bijeen. Ik ben niet zo’n schaatser. Ik stam nog uit de tijd dat ik als kind zwarte rubberen laarzen aan moest, en daar werden dan houten schaatsjes met een soort veters omheen gewurgd. Het resultaat was dan dat je een paar uur op zo’n bevroren vijver rond ploeterde, de schaatjes bungelend aan de zijkanten van je zolen, en je voeten zagen er na het ontdooien uit als een te strak ingesnoerde rollade. Liever knutselde ik op zulke momenten veilig thuis een bouwpakketje in elkaar, terwijl de rest van de jeugd zich kostelijk op het ijs vermaakte. Zoiets móet later natuurlijk trauma’s opleveren, en ja hoor, schaatsen, en veel sport in het algemeen, boeit mij nu totaal niet meer.

Het lijkt trouwens wel of er elk weekend een wereldkampioenschap schaatsen op de buis is. Elk land heeft zo’n beetje z’n eigen kampioenschap, en Heerenveen geloof ik wel twee of drie. Zo’n Elfstedentocht ook: iedereen weet van te voren al wie gaat winnen, of welke ploeg eigenlijk, want alles schaatst in een ploeg. Nooit meer eens een stoere boer die na het melken in het Fries denkt: “Kom, laat ik nu nog even de Elfstedentocht rijden. Pakje boterhammen en een thermoskan met warme melk mee, dan ben ik vóór de aardappelen met sjuu tussen de middag weer thuis bij Mem.”

Tegenwoordig gaat men stijf van de doping of de opfokpillen aan een sportevenement beginnen. En zo ram je maar eens als ploeg een scheidsrechter in elkaar, en je verbouwt als supporters een clubhuis.  Voetballers zijn het ergste. En hun aanhangers ook. Alles wat met voetbal te maken heeft, mist per definitie een groot aantal elementaire hersencellen. Je hoort het ook aan het praten. Zet ’s ochtends de radio aan, en je hoort iemand onsamenhangend plat Nederlands wauwelen, dan weet je dat het een voetbaltrainer is of zo. Bestaan er eigenlijk voetballers met een universitaire graad?  Daar zou eens wetenschappelijk onderzoek naar gedaan moeten worden.

Maar goed, ik dwaal helemaal af. Het ging over schaatsen. Het vriest aardig momenteel. Dat heeft één voordeel: er zal niet gevoetbald worden. Als dit geen fraaie uiting van post-traumatische stress was, dan weet ik het ook niet meer.

Voebbal

 

Ik heb het niet zo op voetbal. Alleen al hoe dat woord wordt uitgesproken: “voebbal”. Mijn aversie tegen deze sport, waarbij een groepje heetgebakerede lieden, onder aanmoediging van kreten als “Trappem dood”, of gewoon aapgeluiden, achter een bal aanrent, is er na dit weekend waarin ik de heer Kesler tegen onze wetsdienaren tekeer hoorde gaan,  nog groter door geworden. Gelijk maar verbieden die hap. Alleen nog kinderclubs, tot 12 jaar of zo. Eenmaal op de grote school beland, kan men zich vervolgens overgeven aan kalmerende sporten als dammen, jeux de boules, op de maat van de muziek stokjes in de lucht gooien ( twirling? ), met van die bezempjes voor zo’n schijf op het ijs uit hollen, kaatsen of fierljeweppen. Ooit gehoord van charges te paard om woedende curling-supporters die elkaar met hun bezempjes te lijf wilden in het gareel te houden? Ooit groepen twirlers mekaar de stokjes in de strot zien rammen? Hoogtepunt van supportersrel is misschien het in machteloze woede door elkaar gooien van de damstenen als de nederlaag in zicht is.
Ik hou van sport waar beschaafd applaus weerklinkt vanaf de zijlijn, onder het genot van een kopje thee en een plakje komkommer. Daarna keuvelt men weer een uurtje verder over de aandelenkoersen of de beste beleggingsstrategie in de Aziatische emerging markets. Je mag er natuurlijk niet bij zweten. Basketbal, ook zo iets vreselijks: dat gepluk aan elkaar van zo’n stel hijgerige kerels met van die shirts die al dat okselhaar tonen. En dan dat samen onder de douche, of erger in een bubbelbad, de ene schunnige mop na de andere.  Dat zie ik die dammers toch niet doen. Die gaan gezellig na afloop van de partij met een loep elkaars postzegelverzameling bestuderen.

We zijn dan ook verlost van die sportverslaggers, die allemaal op zo’n op-de-grens-van-een-hysterische-aanval-toon een of andere topvoetballer interviewen die dan zijn oordeel geeft over de afgelopen “match”. “Ja hunnie waren dus toch effe beter en ik zat nie goed in de wedstrijd vnavend”, waarna de uitzending wordt afgesloten met een schetterende en gillende trompetfanfare. Straks de nabeschouwing van een groepje “deskundigen” met slecht gestrikte stropdassen, veel permanent-krullen en brillantine in het haar. Opnieuw veel “hunnies”en “hullies”. Als afsluiting van de avond nog beelden van de competitie in Binnen-Mongolië, waar SC Ulan Bator gelijkspeelde tegen Korloogin Chobailsan. Voebbal, mooie sport joh.
En dan die Kesler. Ooit was er een tv-serie, “Lifeline” geheten, waar een groepje verzetmensen het opnam tegen de nazi’s onder leiding van ene Kessler. Altijd al een hekel aan die naam gehad sindsdien. Dan maakt een s-je meer of minder ook niet uit. Ik ga een bosje bloemen bezorgen bij het dichtstbijzijnde politiebureau. Dat de acties nog maar lang mogen duren.