De nieuwe wereld

Wanneer je ’s avonds in je bed neerzijgt, kantelt de wereld 45 graden. zoiets is meestal aardig, want je komt tot rust en je je beziet de dingen vanuit een andere hoek, wat soms tot nieuwe inzichten leidt.
De afgelopen jaren , en in het bijzonder de afgelopen maanden sinds 7 oktober 2023, heb ik echter steeds meer het gevoel dat die wereld niet 45 maar 90 graden gekanteld is, naar volledig op z’n kop. dit komt bepaald niet ten goede aan de begrijpelijkheid, en leidt steeds meer tot het inzicht dat deze wereld langzamerhand onbegrijpelijk is, en dat de inzichten door een dikke mist van waanzin worden belemmerd.

Nou ben ik inmiddels zeventig, en dat word je wat beschouwelijker, maar ik zou soms willen dat ik ging liggen en ogenblikkelijk sliep, zonder lastig gevallen te worden met die totaal veranderde en steeds meer doordraaiende wereld.
Vroegâh ging je ’s ochtends naar beneden, haalde je de krant uit de brievenbus, in mijn geval gedurende tientallen jaren de Trouw of de Volkskrant, consumeerde je het nieuws via papier en de radio en deed je de rest van de dag je ding, totdat dit proces zich ’s avonds herhaalde met het zes uur- en/of het acht uur-journaal. De berichten stemden overeen met het wereldbeeld waarmee je was opgevoed en waarin je was opgegroeid. Als jongere in de jaren zeventig, en als twintiger en dertiger in de jaren ’80 en ’90, stemde je natuurlijk links, bij voorkeur op de PSP, misschien nog de CPN of misschien de PvdA. Je groeide op in de Koude Oorlog, en je demonstreerde natuurlijk tegen de regering, tegen kruisraketten en neutronenbommen, vóór vrede, en je had een grondige afkeer van alles wat rechts was, in het bijzonder de VVD, in die tijd het toppunt van rechtsheid.
Met honderdduizenden naar het Museumplein of het Malieveld in Den Haag, ik vergeet nooit die enorme saamhorigheid en het gevoel dat je iets kon betekenen in het streven naar wereldvrede, en je was vanzelfsprekend ook verbonden met de jonge staat Israël, waar jongeren uit de hele wereld naar toe trokken om samen iets moois op te bouwen.

Ook tijdens het huisje-boompje-beestje settelen bleef ik toch verwegend links denken, trouw aan de idealen in een wereld die weliswaar soms bedreigend kon zijn, maar wel begrijpelijk, en waar in iedereen zich naar verwachting volgens geijkte patronen gedroeg, links of rechts. Mijn ouders bleven, arbeiders als zij waren trouw aan hun politieke standpunten, meestal CPN en PSP, en mijn moeder volgde trouw haar Russische lessen, resulterend in twee reizen naar Rusland, waar zij nog jaren op teerde gezien de vele dia-avondjes waarop de beelden weer eens langs kwamen. Haar voorliefde voor Rusland lag qua ontstaan denk ik in het einde van de oorlog. In mei 1945 werkte zij voor de Engelse contra-spionage op de censuur-afdeling in diverse plekken in Duitsland. Brieven van hoge Nazi’s gingen door haar handen, en die unieke zomer van 1945 in het totaal verwoest Duitsland was voor haar, als jonge vrouw, het hoogtepunt van haar leven. In Berlijn waren de Russen de bevrijders, en op de een of andere manier is daar haar voorliefde voor Rusland ontstaan.
Helaas kan ik niets meer navragen, terwijl ik daar juist op dit moment zo’n behoefte aan heb. Als zoet braaf en toch wat in zichzelf gekeerd jongetje, geboren in de tijd van de wederopbouw ging ik mee in hun sympathie voor Rusland, en dat is eigenlijk altijd wel een beetje zo gebleven.

Met het aanbreken van de 21e eeuw leek een kantelpunt in de wereld te zijn ingezet. Er was eerst nog ontspanning tussen oost en west, Rusland was niet eng meer, alleen in de ogen van rechts zag men nog het rode gevaar. Met het afbrokkelen van het IJzeren Gordijn begon echter ook het heldere wereldbeeld tvertroebeld te raken.
De opkomst van Europa en de corona-periode hebben volgens mij alles in een stroomversnelling geplaatst. Ik merkte dat mijn linkse denkbeelden onder druk kwamen te staan en dat ik over allerlei zaken steeds rechtser ging denken, terwijl in de heersende politiek een omgekeerde richting merkbaar werd. En mijn dwarsige karakter – altijd tegen het gezag in – zorgde ervoor dat ik mij tegen bepaalde dingen ging afzetten. Dingen waaraan ik eerst altijd standvastig trouw was gebleven, maar die door de dwang waarmee het van bovenaf werd opgelegd, bij mij een tegenreactie opriepen. Het oude links werd in mijn optiek steeds meer het oude rechts, met dien verstande dat allerlei denkbeelden die vroeger keurig in linkse of rechtse plaatjes pasten, nu volledig door elkaar zijn gehusseld.

Sinds de Russische inval in Oekraïne, met daarboven op de gebeurtenissen op 7 oktober is alles voor mij één groter warboel geworden. Ik vond Poetin eigenlijk altijd wel een geschikte leider; ga er maar eens aan staan om uit zo’n onnoemelijk groot land nog iets van een soort eenheid te smeden na de chaos die de Perestrojka met zich meebracht. Ik had nooit een aanval op Oekraïne verwacht. Een schok was het voor mij, en ook een enorme teleurstelling, met vooral in die eerste maanden, grote zorgen over een mogelijke kernoorlog.
Maar de hysterie waarmee de huidige linkse en midden-partijen nu ineens, daarbij volledig gesteund door naar het lijkt alle grote media in Nederland zich hebben omgevormd tot een oorlogszuchtig blok wat in een razend tempo alle middelen inzet die volgens mij alleen nog maar kunnen leiden naar een derde en alles vernietigende wereldoorlog vind ik zorgwekkend. Is dit het vredelievende en verbroederende links zoals ik dat jarenlang gesteund en gestemd heb? Ik heb gewoon associaties met de uitgekiende Nazi-propaganda en haar gevallen vertegenwoordigers die mijn moeder in haar Berlijnse tijd onder ogen kreeg.

Precies hetzelfde geldt voor de huidige houding van de heersende politiek en media in ons land jegens Israël. We hebben niets geleerd, en om een of andere on-be-grij-pe-lijke reden scharen we ons nu achter krachten die we jarenlang als destructief hebben beschouwd. Weldenkende mensen kiezen zonder enig historisch besef ineens de kant van middeleeuwse regimes die onderdrukking van vrouwen en minderheden tot hun handelsmerk hebben gemaakt, die mensenrechten zonder enig weerwoord uit de westerse wereld met voeten treden, die al tientallen jaren bij tienduizenden hun tegenstanders uitroeien, die massaal dat enige licht-in-de-duisternis-speldenknopje op de wereldkaart omringen en van de aardbodem willen wegvagen, ingegeven door pure afgunst en jaloezie op wat men daar in tientallen jaren sinds 1948 wél voor elkaar heeft gekregen wat in het eigen land al eeuwen niet lukt.

Het is tegenwoordig blijkbaar not done om sympathie te koesteren voor ook maar iets anders dan de underdog, ook al heeft die underdog zijn of haar situatie misschien wel geheel aan zichzelf te wijten. Iedereen móet het eens zijn met het huidige beleid, iedereen moet bijvoorbeeld ook enórm begripvol zijn jegens een godsdienst die hier in mijn jeugd niet bestond. Nu woon ik al sinds begin jaren ’90 in Barneveld, het hart van de Biblebelt, en die omgeving is in mijn herinnering nooit anders geweest dan het gezamenlijke doelwit van spot uit de linkse hoek, en ik deed daar als links denkend persoon ijverig aan mee. Christenen kun je voor alles en nog wat uitmaken, Christenen kun je fijn bashen, Christenen zijn best wel een beetje achterlijk , Christenen hebben middeleeuwse denkbeelden. Christenen zijn ook een veilig doelwit, want ik moet de eerste massa-demonstratie waarin wordt opgeroepen tot het uitmoorden van alle niet-christenen nog tegenkomen, en je loopt ook niet gelijk het risico als bijvoorbeeld linkse cabaretier dat een of andere doorgedraaide Refo je met een mes aan mootjes hakt.
Daarom vind ik het zo ongelooflijk verwarrend dat weldenkend links zich nu met een enorme haast bijna hysterisch op een godsdienst stort die nog veel middeleeuwser en onderdrukkender is dan alle andere zware christelijke godsdiensten bij elkaar, een godsdienst die in alle landen waar ze wordt gepraktiseerd tot overvloedige moord en doodslag leidt, tot allerlei misstanden, tot verwrongen denkbeelden jegens vrouwen en minderheden, en die uitsluitend eist en nooit vraagt, en die de schuld van het eigen falen altijd bij anderen zoekt.
Weldenkend Nederland holt daarin mee, de grote kranten, de grote omroepen, alles. Eeuwen verlichting en emancipatie, eeuwen ontwikkeling naar vrij denken worden in enkele tientallen jaren terzijde geschoven, er is geen enkele ruimte meer voor bezinning, voor zelfreflectie, voor even pas op de plaats.

Denken we nog wel wel? Dit is een van mijn somberste blogjes die ik in al die jaren geschreven heb. Ik ben afgezakt van links tot extreem verzuurd wit, oud rechts. Ik heb op Martin Bosma gestemd. Ik hoop voor het eerst en voor het laatst. Er móet iets veranderen, maar ik heb er een hard hoofd in.


Majdanek

Pas was ik in de sauna. Een plek van weldadige rust voor de stramme geest en dito ledematen. Buiten donker, een nacht als in het hoge noorden, rondom wolken stoom, zwijgende naaldbomen, en dansende lichtvlekken van lampen in het water van het zwembad. Het had een plekje langs het verstilde  meer van Inari kunnen zijn, hoog boven de poolcirkel, richting Moermansk. Eenmaal in de cabine sloeg de hitte als een deken om mij heen, en schuifelend zocht ik een plek in het schemerige bijna duister. Een houten bank, vaag verlicht, krakend zijg ik neer. Mentholgeur. Het is bijna stil, op het tikken van de kachel na, het verre zoemen van een of ander apparaat. Buiten gedempte stemmen, in warme kom van het bubbelbad. Heet, heter, de hitte loomt op het zwetende lijf.

Er hoest een man, scheurend door de stilte, te hard, te rochelend bijna; men schuifelt ongemakkelijk heen en weer, het sluimeren verstoord. En ineens is daar een gruwelijk zwart visioen. Dat hoesten, het vage gele licht, de glimmende naakte lijven, stukken van lijven, half in duisternis, half beschenen en vervormd in schaduwen. De krakende banken worden britsen, de sauna een barak. Ik ben in Majdanek. De hitte wordt een bijtende kou, zweet wordt angstzweet, glimmende lijven worden geblutste zakken huid, gevuld met botten, een hoestbui wordt een doodsgerochel, de geur van menthol wordt een stank van rotting en bederf.

Ooit was ik daar. In het heetst van de zomer op een zinderende dag in Lublin, een saaie stad in Oost-Polen.  Een reis waar mijn vrouw niet mee ging of mee kon, jonge kinderen thuis, nee, geen reis langs plaatsen waar het allerslechtste, allerdierlijkste en allerprimitiefste uit de menselijke geest zich kon manifesteren in mijn reisdoelen: Auschwitz, Majdanek, Mauthausen. Namen klinkend als een snauw, een snappend grauwen, uit te spreken door een slang uit het diepste van de hel. Mooi weer die dag. Een wandeling door de stad, naar de rand, en daar voorbij een bocht, een hoek om, daalde het kwaad op mij neer, met een heftig zoemen als een dol geworden bijenkorf, regelrecht in je ziel. Een uitgestrekte vlakte, met torens, rijen barakken, prikkeldraad. Een dode, lege hellestad. Uitgestorven haast. In de verte, bijna als een luchtspiegeling, trillend een groep bezoekers. Binnen de houten hutten is het stil, en tóch klinkt daar het radeloos schreeuwen, het stervend kreunen, de laatste haperende ademstoot. Het is té warm, het is steenkoud. Rekken tot aan de rand gevuld met duizenden schoenen, groot, klein, versleten, half vergaan, grauw, een enkele vaag gekleurde kinderschoen daar tussen. De geur. Een schoenengeur. Nog steeds. Na al die jaren.

Dat is wat blijft: een geur, een klank, een visioen. Een verlepte bloem, gestoken in het gaas, herinnert aan wat niet meer is, wat nooit meer komen zal. Alsof het nooit bestaan heeft, en dat is bijna gelukt.

Hoe kom je er op, ontspannen hangend in de sauna, een avond verwennen? Ja, hoe kom ik er op. Je hoort er alles van je af te kunnen gooien, je hersenspinsels weg te te laten masseren door een hydrojet. Relax. Maar we zijn niet meer relaxed. We zijn aan het gisten. We brouwen een mengsel van onverdraagzaamheid, van afgunst, van moslimhaat, van jodenhaat, christenhaat. We tieren welig op een ondergrond van afgunst, jaloezie, onvrede en verbittering. We denken niet meer na, we roepen gelijk wat opborrelt, we kwetsen weer als norm, we luisteren elkaar af, we laten ons manipuleren, we tellen niet meer tot tien. We tweeten ons suf  en liken ons een ongeluk. We mobiliseren de massa op het Malieveld, we stemmen onze onvrede van ons af op nieuwe leiders naar een maatschappij van elkaar het licht in de ogen niet meer gunnen. We hebben steeds meer niets geleerd van toen. Moslims hou je bek. Joden hou je bek. Majdanek heeft nooit bestaan. Het gaat gezegd worden straks.

Soms lijkt een visioen geen visioen te blijven. Komen voorspellende dromen uit. Hoe hevig hoop ik  nu: dromen zijn bedrog.