Het kleine gesprek ( een handige workshop voor de manager )

Een beetje onderwijsmanager is een drukbezet persoon. En daardoor soms wat lastig te vinden. Het kan dan maar zó zijn, dat hij of zij nèt op een cursus is als je hem nodig hebt, of een training, of – het mooist van alles – een clinic. Die zijn er in vele soorten en maten, want zo’n manager moet vanzelfsprekend van alle markten thuis zijn. Toch blijkt het dat er zo hier en daar nog wat onontgonnen markten zijn, en daar speelt een onderwijsadviesbureau handig op in.  Er zijn namelijk managers, waar nog wat aan te sleutelen valt, bijvoorbeeld als het gaat om “co-actief coachen” , wat met één basisworkshop “Fundamentals” voor het luttele bedrag van € 1075  tot een vaste verworvenheid van de inspirerende leider gerekend mag worden. Daarna komen nog vier onontbeerlijke workshops, vermoedelijk voor dezelfde prijs, maar dan hebben we ook wel een manager die stáát.

Is dat alles allemaal achter de rug, en daarmee ook het voortbestaan van het gehele onderwijsinstituut gered, dan kan de manager nog één stapje verder gaan, door middel van de training “Het kleine gesprek”:

“Mensen voelen zich op hun gemak wanneer ze met u praten”. Moet toch ook een unieke ervaring zijn. “Zowel uzelf als uw gesprekspartner houden een prettig gevoel over aan het gesprek” (!)
Deze training is bedoeld voor managers die “het moeilijk vinden over koetjes en kalfjes te praten”.  Rollenspellen zullen ook dit probleem verhelpen.  Kost maar € 1120. Een gouden investering, lijkt me. Er is voor onderwijsadviesbureaus dus blijkbaar nog heel wat te smullen in de ruim gevulde onderwijsruif. Nu ook nog even het volledige team van ondergeschikten naar zo’n training, en voor een kleine honderdduizend euro valt er op zo’n school met honderd man personeel nooit meer een onvertogen woord, en kabbelt iedereen tot in lengte van dagen gezellig over koetjes en kalfjes.

En nooit meer een manager die vertwijfeld uitroept ( en ik citeer weer even uit het cursusboekje ) : “Ik voel me ongemakkelijk als ik een praatje moet aanknopen. Misschien wil de ander niet met me praten. Ik voel me dan zo afgewezen”

Neem als u uitgehuild bent gerust een borrel, lezer.

 

Haarkrapsessie

 Al eerder schreef ik over de onderwijs-vernieuwingsdrift die nu ook het agrarisch onderwijs in zijn ijzeren greep houdt. Nooit echt een bolwerk van vernieuwing, maar àls er dan toch gemoderniseerd moet worden, dan gaat het ook gelijk hard. Waar overal het competentie-leren inmiddels als onwerkbaar en ongewenst wordt afgeschaft of afgezwakt, wordt hier zwaar ingezet.

Dat gaat gepaard met veel hippe kretologie, liefst in het Engels: “Make your own peanutbutter!”,  juicht een kleurrijke folder van  een MBO-voedingsmiddelenopleiding ons toe. Iedereen doet daar aan “Working apart 2gether!”, het W.A.T.-concept. Zoiets doet het altijd goed, zo’n sms-woordje in je reclame-uitingen. De jeugd stroomt toe.

Vooraan in de groep van juichende pleitbezorgers en enthousiastelingen staan de onderwijs-adviesbureau’s en het management van de opleidingsinstituten. Zolang je maar je hoofd boven het wolkendek blijft uitsteken schijnt altijd de zon en is er geen vuiltje aan de lucht.
Om nog wat extra cachet aan die zonneschijn te geven worden onderwijsbureau’s en managers in het agrarisch onderwijs uitgenodigd voor een fijne conferentie over “De Groene Standaard“, die “van ons allemaal is”. Bedoeld voor locatie-overstijgende managers, locatie-managers, afdelings-managers, ja, dat gaat nog druk worden daar, en alles “om het gevoel te versterken en te kunnen uitdragen”.

De middag zal garant staan voor een frisse kijk op de examinering. Dat is wel nodig ook, want de instantie die toezicht moest houden op correcte vraagstelling bij die examens, het KCE,  is door de onderwijs-inspectie ernstig op de vingers getikt en blijkbaar van haar taak ontheven, wegens blijkbare incompetentie.
Het kernwoord is echter “vertrouwen” en dan komt alles vast wel goed. En daar komen dan nog ambitie en creativiteit bij. Er zijn natuurlijk ook enkele workshops, die allen vertrouwen als basis hebben. De laatste is het meest intrigerend:
Vertrouwen in het creatieve proces van de implementatie. En dat zal gebeuren – nu komt het – door middel van een “HAARKRAPSESSIE, waarmee het creatieve proces een impuls wordt gegeven.”

Een haarkrapsessie…. daar krab ik me toch even van in de haren, die dit nieuwe cursusjaar in versneld tempo grijs worden. Wat zou dat zijn? Zou men krabben bedoelen? Zit men krap aan de top? Het zal in elk geval erg creatief zijn. Zó creatief, dat dit alleen maar door een onderwijs-adviesbureau bedacht kan zijn. Geheel in de stijl van het competentieleren.
Ik heb ongelooflijke spijt dat ik geen onderwijsmanager ben. Ik mag niet mee. Gauw solliciteren.

Trommelen op de studiedag

Met het nieuwe schooljaar in aantocht moet ook de onderwijs-manager zich weer eens het hoofd gaan breken over de vraag hoe het personeel een zinnige studiedag aan te kunnen bieden zonder dat een en ander ontaardt in vèrgaande joligheid achterin de zaal.
Het IsisQ5 Magazine ( ja ik heb die naam ook niet verzonnen ) voor onderwijsmanagers biedt daarvoor een handig uitneembaar katern met 75 tips voor een geslaagde studiedag. Geheel in de stijl van het competentieleren dienen de leervragen voor deze dag door de deelnemers zelf te worden geformuleerd, en er dient ook een extern deskundige te worden uitgenodigd. Vreemde ogen dwingen blijkbaar, maar niet altijd, want ik herinner mij nog een studiedag waar zo’n extern deskundige van een duur onderwijs-adviesbureau ( ‘ja ik heb toch zeker wel een half jaar voor de klas gestaan” ) ons allemaal een rieten boodschappenmandje verstrekte, waarin wij vervolgens onze leervragen moesten deponeren of iets dergelijks. Niet te veel aan terug denken, want anders zit ik zó weer bij de bedrijfsarts.
Ruim van te voren komen in de personeelskamer “flip-overvellen” te hangen, met een dikke viltstift aan een touwtje, en dan gaan we reageren op prikkelende teksten. Op de dag zelf zal er bij binnenkomst een muziekje te horen zijn, dat “geeft een welkom gevoel en stemt positief”. Er zal een café-opstelling zijn, en de tafels zullen zijn bekleed met wit horeca-papier. En: “een bakje pinda’s op tafel maakt het beeld compleet”! Dat wordt veel en copieus gratis vreten. Tussen twee haakjes: uit onderzoek is trouwens gebleken dat zich in zo’n bakje pinda’s na enkele uren gemiddeld vijftien verschillende soorten sporen van urine bevinden.

Vervolgens mogen we gekleurde rondjes plakken bij dingen die we leuk vinden. Waar ik me ook bijzonder op verheug is het kennismakingsrondje: “iedereen laten vertellen wanneer hij/zij welk laatste compliment heeft gekregen en van wie”. Even diep nadenken dus.

Er gaan op zo’n dag trouwens veel complimenten uitgedeeld worden door het management, ongeacht of het aangedragen idee nu zinvol is of niet. Zo adviseert ons het magazine. Er zal ook veel beweging zijn, buiten het gewone gewiebel en geschuifel met stoelen en het gespeel met mobieltjes om: “veel laten lopen”; zo hebben de deelnemers ook geen tijd om hun achterstallig correctiewerk af te handelen. Nog een fantastisch en vernieuwend idee: organiseer workshops! Na de lunch komt er een energizer. Leuk! Er komt, ter verhoging van het enthousiasme, ook een verbindende hart-activiteit: samen zingen en trommelen! Pak al je zorgen in je plunjezak en fluit, fluit, fluit! Jippie !

De laatste tip uit het blad is een beetje vreemd: “organiseer geen studiedagen meer, maar huur liever een trainer in voor een groep van 15 enthousiaste collega’s “. Dat schijnt beter te zijn dan een team waarbij de helft van de aanwezigen geen zin heeft in zo’n dag. Hoe kan dat nou toch? Flauw hoor.

Wachtgeld

’t Is toch wel sneu als je bijvoorbeeld wel vier jaar Kamerlid geweest bent en je baantje is afgelopen. Dan kom je in de wachtgeldregeling als je een beetje pech hebt. Uit onderzoek is gebleken – zo meldde ons vanochtend de Volkskrant – dat meer dan de helft van de vorig jaar afgetreden kamerleden gebruik maakt van deze regeling. Kommer en kwel dus na vier jaar hard werken, temeer daar deze treurige situatie wel zes jaar kan voortduren.

Zes jaar  bruto 6200 euro per maand; niet bepaald verbazingwekkend dat je dan niet snel op zoek gaat naar een ander baantje. Nu zit ik – zoals trouwe lezertjes wel weten – in het onderwijs. Al ruim dertig jaar probeer ik pubers iets bij te brengen. Iets over Nederlandse taal en letteren, iets over computers, iets over maatschappijleer, iets over godsdienst, iets over verkooptechniek, communicatievaardigheden, vergadertechineken, iets over presentatietechnieken, iets over het maken van een stageverslag, iets over foutloos je eigen naam leren schrijven, iets over portfolio’s, steeds meer over zaken waar ik tegenwoordig zelf totaal geen voeling meer mee heb, enzovoorts.

Als je de pech hebt om vroeger nog degelijk onderwijs genoten te hebben en een degelijke kweekschool bezocht te hebben, dan ben je tegenwoordig snel het haasje. Het rommelputje binnen de school. Nog wat uurtjes onvervuld? O, dat kan hij wel, het lijkt een beetje op Nederlands, dus doe hem maar….
Wel, het nieuwe schooljaar staat voor de deur, nog een klein weekje nagelbijten, en dan nog ruim tien jaar te gaan. Bruto maandsalaris  zo’n 4000 euro meen ik, tot dat ik dood voor de klas blijf. Mocht ik voor die tijd hysterisch schuimbekkend, stevig ingesnoerd in een dwangbuis, richting gekkenhuis worden afgevoerd, omdat ik in een vlaag van blinde razernij heb gepoogd het steeds maar afgaand mobieltje van een leerling te verpletteren, dan kom ik ook op wachtgeld. Ik geloof één jaar zeventig procent of zo, en daarna rest de WAO of de bijstand, ik weet niet precies.
Er zijn dus twee mogelijkheden:

  1. ik zorg dat ik nu vier jaar kamerlid word, met een specialisatie onderwijs, of dat is tegenwoordig eigenlijk helemaal niet nodig om over onderwijs mee te mogen praten. Daarna krijg ik dus zes jaar wachtgeld waarvan ik leuke dingen kan doen, bijvoorbeeld een onderwijs-adviesbureau opzetten of zo.
  2. Ik ploeter nog negen jaar door en daarna vergrijp ik me aan een mobieltje of de eigenaar. Er resteert dan nog een klein jaar wachtgeld.

Ach, het zal wel optie 2 worden.