Tweet tweet!

mammoet

 Wanneer er een Jumbo neerstort in het Emmer Dierenpark  of eentje van een ander model in de buurt van de Polderbaan, dan is dat nieuws. De laatste dagen werd Twitter veel genoemd als nieuwe brenger van het ( slechte ) nieuws.  Zoiets is natuurlijk maar betrekkelijk.  Stel, ik begeef mij met bedachtzame pas door het dorpje B. op de Veluwe ( daar wonen veel bedachtzame mensen ) en 2 meter van mij vandaan slaat een mammoet die uit de lucht komt vallen een diep gat in het plaveisel. Zoiets maak je niet elke dag mee, dus snel pak in mijn iPhone, maak een foto van het hele gebeuren en plaats die vervolgens met een bijbehorend sensationeel berichtje op Twitter. Tien seconden later mailt CNN of Reuters mij of ze de foto voor een flink bedrag mogen kopen.

Niet dus. Want CNN en Reuters volgen mij niet en zullen dus tot in lengte van dagen onwetend blijven van de gebeurtenis die in B. nog  jaren later in het gemeentegidsje genoemd zal worden ( je zou kunnen bedenken dat de evolutietheorie in de vorm van een mammoet in het creatonistische B. als een bom insloeg, maar nou draaf ik weer wat door )
Hooguit komt er na tien minuten een journalist van de Barneveldse Krant langsfietsen ( want die volgt mij wel ), en misschien na anderhalf uur nog een journalistje- in-opleiding van de Volkskrant ( want die volgt mij om ondoorgrondelijke redenen sinds vandaag ook ) . De rest van de wereld zal het via Twitter nooit te weten komen, mogelijk wèl via de omweg van de Barneveldse Krant en de Volkskrant. Maar dan heb je het ook gelijk in de vorm van een helder artikel, want hoe gaat dat met Twitter: je leest de laatste berichtjes het eerst, en gaat vervolgens in regeltjes van maximaal 140 tekens  terug in de tijd.

“Het opgezette dier staat nu een beetje uit het zicht in het evolutiehoekje van het Nairacmuseum” 
“Een hoop kerels in witte pakken is aan het snijden en hakken”
“S
topt nu een bestelbus van het Natuurhistorisch Museum in Leiden of zo”
“Er zijn denk ik wel tien winkelwagentjes geplet!”
“De krater is zeker drie meter diep”
“Komt nu een heleboel politie en brandweer aan!”
“Het gebeurde naast mij op 2 meter afstand op de parkeerplaats van de AH!”
“Mammoet neergestort in dorpje B. op de Veluwe!”

Geen lezen zo natuurlijk, en als je de Tweets dan ook nog eens verspreid tussen de berichtjes van alle andere uit je Twitterkudde ziet staan, dan valt er al helemaal geen touw meer aan vast te knopen, tenzij je toevallig de onderste regel als eerst oppikt. Reken maar dat je dan ineens een hoop extra volgers krijgt. Twitter als medium om een boek te publiceren: dat wordt dus een soort Curious Case of Benjamin Button. Je begint met de laatste zin, en gaat vervolgens helemaal terug in de tijd. Het nieuwe schrijven.

Twitter is eigenlijk een enorme spreeuwenkolonie, zoals je die tegen de avond wel ziet en al helemaal hoort. Een miljoen kwetterende vogeltjes, die allemaal iets te zeggen hebben. Daar filter je er een stel uit die enigszins op hoorafstand naast je in de boom zitten. De kans dat één van hen een serieus nieuwtje heeft, is één op een miljoen. Als – ie tenmiste z’n mobieltje bij zich had. Maar gezellig is het wel, in zo’n kolonie.

Me-Paper project

Sinds enige tijd behoor ik tot de honderd uitverkorenen onder de Nederlandse bevolking die mee mogen doen aan het “Me-Paper project”. Ik citeer even ( een heel verhaal, maar u mag het oranje gedeelte ook even overslaan, dus niet gelijk wegzappen):

“Door de technologische en maatschappelijke ontwikkelingen is het voor de dagbladwereld van belang om na te denken over hoe de krant er in de toekomst uit zal zien. Allereerst hebben mensen 24 uur per dag de mogelijkheid het laatste nieuws te ontvangen door (mobiel) internet.Daarnaast vertonen de nieuwe generatie beeldschermen een grote overeenkomst met papier. Ze zijn goed leesbaar in fel zonlicht en minder vermoeiend om lang te gebruiken. Deze twee ontwikkelingen leiden er toe dat de leesbaarheid en mobiliteit van de papieren krant gecombineerd kan worden met de mogelijkheden van online media. Hiervoor is het echter wel noodzakelijk dat het huidige krantenconcept aangepast wordt aan de digitale documentlezers.

In het MePaper project worden dan ook nieuwe journalistieke formats gemaakt voor deze digitale krant. Daarbij staat niet de technologie centraal, maar de redacteur, de dagbladlezer en het soort artikelen dat het beste past bij de digitale krant.  Deze formats worden door vijf Nederlandse kranten en twee onderzoeksinstellingen van april 2007 tot maart 2009 ontwikkelt voor mobiele digitale documentlezers.

In het MePaper project zal de nadruk liggen op geheel nieuwe manieren van informatieordening, waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van de sterke kanten van het internet. De lezer krijgt een belangrijke rol in de beoordeling van het resultaat: steeds worden ontwerpen voorgelegd ter evaluatie en advies. Dat geschiedt in speciaal hiervoor ingerichte lezerspanels, samengesteld uit betrokken lezers die zich voor dit doel hebben aangemeld. Behalve in panels zullen lezers ook op meer incidentele basis proefontwerpen beoordelen.  Zo groeit de zekerheid dat de krant van de toekomst zal aansluiten bij de sterk gewijzigde consumptie- en leefpatronen en anders gedefinieerde informatiebehoeften.

De lezer van de toekomst ritselt niet meer met bedrukte pagina’s maar navigeert door voortdurend geactualiseerde databestanden. Die staan op kleine, mobiele, online documentlezers. Geen science fiction, maar nabije realiteit. Door de technologische vooruitgang op het gebied van (mobiel) internet hebben mensen de mogelijkheid om 24 uur per dag het allerlaatste nieuws te ontvangen. De nieuwe generatie beeldschermen vertoont grote overeenkomst met het vertrouwde papier. Ze zijn goed leesbaar in fel zonlicht en minder vermoeiend om lang te gebruiken. Verder hebben deze apparaten een handzaam formaat. Het gevolg hiervan is dat de leesbaarheid en de mobiliteit van de papieren krant gecombineerd kunnen worden met de mogelijkheden van online media.De digitale krant op mobiele documentlezers: Het MePaper project. De participerende kranten zijn: de Barneveldse Krant, het Eindhovens Dagblad, het Financieele Dagblad, SP!TS en de Volkskrant. De betrokken onderzoeksinstellingen zijn: het European Centre for Digital Communication (EC/DC) in Maastricht, coördinator van het project, en het Vlaamse Interdisciplinary Institute for Broadband Technology, IBBT.De te ontwikkelen formats zullen getest worden op e-readers (gebaseerd op e-ink technologie) en verder op ultra mobiele PC’s (UMPC’s). Deze apparaten hebben ongeveer dezelfde draagbaarheid en een vergelijkbare beeldschermgrootte (diameter 15 – 18 cm), maar verschillen sterk in interactitiviteit en mogelijkheden voor multimedia. “

Kort samen gevat: de krantenwereld gaat er van uit dat de papieren krant in de toekomst vervangen wordt door een digitale. Hoe die er uit moet gaan zien, dat wil men nu met behulp van de lezers  te weten komen. Tot nu toe heb ik daarvoor acht dagen lang een dagboek – gewoon op papier – moeten bijhouden. Daarin moest elk nieuwsmoment vermeld worden, met bijzonderheden als plaats, manier waarop, tijdstip, etc. Liefst ook vergezeld van een foto van dat nieuwsmoment: Wauwel (ReinB), amechtig onderuitgezakt op de bank, voeten in pantoffels op de salontafel, zappend voor de buis. Of Wauwel, verzonken in de krant aan het ontbijt, de rest van de familie in gezellige conversatie bijeen.Door zo’n dagboek besef je goed wat voor – in mijn geval – nieuwsjunk je eigenlijk bent. Op de meest krankzinninge momenten wil je nog nieuws hebben. Zo zou ik ook een foto gemaakt kunnen hebben van mijzelf, zittend op het toilet, starend naar mijn smartphone met daarop het laatste nieuws via internet, maar ik kon niet direct een vrijwilliger vinden om die foto te maken.