Het was kerstavond. In haar kamertje, bij het licht van de monitor, tuurde zij naar buiten in de nacht. Het was gezellig gemaakt binnen, vond zij. Bij de Action had zij mooi gekleurde kerstverlichting gekocht, die kon knipperen op de maat van de muziek. Zij had een stel kerst-cd’s gedownload en wiegde haar hoofd zachtjes heen en weer, terwijl ze naar het schermpje van Messenger staarde. Haar mobieltje was tot nu toe stil gebleven, zodat ze vergeefs wachtte op haar Jingle Bells-beltoon. Iedereen zat zeker al aan het kerstmaal, of keek naar een kerstfilm. Op internet had ze wel gezocht naar een toepasselijke film, maar die waren allemaal niet ondertiteld, dus begreep ze er niet veel van.
Ze had al heel wat kerstkaarten binnen gehad van vrienden op Hyves. Zeker een stuk of acht, de meeste met muziek. ” FW, FW, FW, stond er telkens bij. Dat las ze wel vaker; ze wist niet wat het betekende. Dat moest ze toch eens vragen aan haar vrienden. Zelf had ze heel veel kaarten verstuurd , zeker zestig, alles digitaal, dat was handig, want postzegels waren toch eigenlijk best wel duur. Op de schoorsteenmantel boven het kacheltje stonden ook een paar echte kaarten: eentje van de Scapino, voor alle medewerkers, en nog een mooie van de bezorger van het weekkrantje, met een kalendertje er op.
Straks zou ze zichzelf verwennen met een lekker Chinees menu, menu A, in de aanbieding, en ze wachtte nu op de bezorger, die waarschijnlijk wel een nieuwjaarskalender zou meenemen. Zo eentje met een mooi Chinees berglandschap er op en een waterval. Dan had ze er al twee. Kon ze mooi al haar afspraken met haar vrienden noteren.
Ha! Daar meldde zich iemand aan, op MSN. Het was Manus, een man die ze nu al weer een maandje kende. Vierentwintig was hij, zei hij, en zijn foto leek heel erg op Leonardo di Caprio. Hij was weduwnaar, zei hij. Zelf had ze niet zo’n mooie foto, dus had ze maar een plaatje van een hertje genomen. Hij vroeg altijd of zij haar camera aan wilde zetten, dat had ze nu een paar keer gedaan en toen had hij gevraagd of hij haar borsten mocht zien, want hij was zo eenzaam, zei hij. Zijn eigen camera was al heel lang stuk, zei hij. Ze had het nog niet gedaan, aarzelde nog. Misschien hield hij wel van haar, misschien zou hij het haar vanavond wel weer vragen.Misschien zou ze het dan wel doen, het was tenslotte maar een keer per jaar kerstavond.
“Vrolijk kerstfeest”, typte ze. “Heb je mijn kaart nog ontvangen? ” Het bleef een tijdje stil, en ze staarde naar het schermpje. Toen ging zijn status op bezet. Hij had het zeker druk. Hij deed belangrijk werk, zei hij, iets met computers ook. Ze zou het straks nog eens proberen.
Daar werd gebeld. Dat moest de Chinees zijn. ” Wilt u niet even binnenkomen, het is zo koud buiten!” Dan kon de bezorger haar knipperende kunstkerstboompje even zien, en ervaren hoe knus zij het had gemaakt. Nee, hij moest snel verder, hij had het druk. Maar hij gaf wel de kalender.
Bij het eten had zij een kaars aangestoken, en de screensaver van haar monitor toonde een arreslee die door de lucht heen en weer vloog. De kalender was prachtig, inderdaad, bergen met een waterval, en grote vogels.
Straks zou ze nog even op Hyves gaan kijken, misschien was er nog iemand de haar had toegevoegd. Misschien wel een mooie man. Misschien kwam Manus nog wel weer online. Het zou vast wel een gezellig kerstfeest worden.