Schilderen is ook een kunst

In Neurenberg zijn wat aquarellen van Hitler geveild  (voor de hedendaagse moderne student/scholier : Hitler was een hele nare man en die leefde in Duitsland in een oorlog, en die was weer ergens in de vorige eeuw of zo).
De velingmesster had het over het niveau van een dorpsschilder, maar toch; voor de drie kunstwerken werd uiteindelijk nog € 42000 betaald. Alles bij elkaar schijnt hij ruim 700 schilderijen en schetsen te hebben gemaakt.  Wat doe je met zo’n aquarel? Hang je dat aan de muur boven de eetkamertafel?  “Mag ik even het vlees en wat vinden jullie van dit schilderij van Hitler?”. Het schijnt dat meer beruchte lieden uit de geschiedenis zich aan kunstwerkjes van het niveau “Ik kan schilderen” hebben schuldig gemaakt. Uit deze opmerking spreekt natuurlijk enige jaloezie, want ik schilder zelf ook.
Stalin schijnt geschilderd te hebben, ik heb horen fluisteren dat ook Balkenende zo nu en dan naar het penseel grijpt, Saddam Hoessein, Djengis Khan, en de Noord-Koreaanse leider Kim Yong Il, om maar eens wat te noemen.
Iedereen die meent een druk bezet leven te hebben, die meent bekend of beroemd te zijn grijpt ook maar naar het penseel. Dan maakt het ook niet meer uit of je talent hebt of niet. Het is zoiets als het verplicht feesten en partijen bezoeken en zorgen dat je in het Stan Huygens-Journaal of de Privé komt. Wil je echt meetellen als BN-er, dan dien je toch ook een paar maal geëxposeerd te hebben. Ben je dus acteur of zanger, dan is het slechts een kwestie van tijd of je opent je eerste overzichtstentoonstelling in een yuppen-galerie.  Vanaf volgende week de bekende en begenadigd kunstenaar/zanger Jan Smit met collages van palingresten, lijntjes  coke en verscheurd ondergoed van Yolanthe.

Het omgekeerde gebeurt echter zelden: een goede schilder wordt nooit een bekend zanger of acteur. Maar ja, die heeft ook niet zo veel connecties in het artiesten-wereldje. Het kan toch niet zo zijn dat goed kunnen zingen een kunst is, of is goed schilderen soms geen kunst?
Op tv wordt hersenloos Nederland momenteel onthaald op het programma Popstars. Daarin bepaalt een jury van uitgerangeerde trieste BN-ers wie wel en wie niet kan zingen, daarbij geholpen door het tokkie-deel van het Nederlandse volk, wat dan sms-jes stuurt, hoe meer hoe beter graag. Eén van de onderdelen, zo zag ik in de voor mij eerste en laatste aflevering, was een zogenaamde ‘Mystery Popstar’, en dat moet natuurlijk weer een kind van een bekende  Nederlander zijn. Die kan dus fantastisch zingen, want je wilt als jury zo’n bekende Nederlander natuurlijk niet tegen de schenen schoppen en aangezien je allang weet wie dat is  en je van je baas zo je opdrachten hebt gekregen speel je het spelletje mee; je zorgt er voor dat de Mystery Popstar wel elke keer een beetje kritiek krijgt, maar doorgaan moet ze natuurlijk wel. Ik weet honderd procent zeker dat dit de dochter van André Hazes moet zijn. Een patje-peeër-programma moet dergelijke lieden natuurlijk promoten en alles draait om de pegels. Gaat het toch niet lukken, dan gaat ze gewoon schilderen. 

Zo gaat dat dus: wanneer het niet meer zo vlot met je artiesten-loopbaan, dan pak je een kwast, je volgt wat oude afleveringen van Bob Ross en vervolgens begin je wat te klodderen, succes verzekerd. Dikke prijzen voor je werkjes, en je mag aanschuiven in de rij van Hitler, Saddam Hoessein en Stalin.

Ik kan niet zingen, maar ik kan wel goed schilderen. Het klopt dus helemaal. Om weer even terug te komen bij Hitler en zijn denkbeelden: hieronder een afbeelding van een schilderij wat ik ooit eens aan het Herinneringscentrum Westerbork heb geschonken ( voor de moderne student/scholier : Westerbork is een alleraardigst dorpje in Drenthe ). Het is gebaseerd op wat ik zag in een barak van hetvoormalig concentratiekamp Majdanek in Polen. Ik geloof niet dat ze het hebben opgehangen, trouwens. Gelukkig weet ik wel hoe je bepaalde gevoelens op doek kunt verbeelden.

Majdanek

Jodelahiti !!!

 In Oostenrijk zijn nogal wat bergen en er lopen ook vrij veel Oostenrijkers rond. Die dragen dan van die grijze vilten hoedjes en de meesten leunen op een wandelstok met van die schildjes erop. Ze heten Heinz, Helmut of Heidi. Ze kleden zich in Tiroler jasjes met een edelweiss op de kraag en ze mogen graag een flikflak maken waarbij ze zich blij  op de gespierde blote dijen kletsen, waarna ze zich vervolgens op een Knödelsuppe storten en een Schnitzel verorberen. De lange winters worden doorgebracht met het fabriceren van eenvoudig houtsnijwerk, lurkend aan een kromme pijp, en met het blazen op de Alpenhoorn. Heeft men tijd over dan slacht men zo’n paars-witte koe en maakt daar vette worst van, die dan weer in plakjes gesneden op een grauwe homp verzuurd brood belandt. ’s Zomers dartelt de Oostenrijker guitig door de Alpenweiden, onderwijl op zoek naar geschikte stronkjes voor het winterse houtsnijwerk.
Ze spreken een soort taal die de eenvoudige toehoorder in het algemeen niet begrijpt, ook niet als je in je beste Duits vraagt of ze alsjeblieft Duits willen spreken. Maar goed, ik zit dus een paar dagen in Oostenrijk, zoals u inmiddels wel zult vermoeden, in de buurt van Salzburg om precies te zijn. De familie Von Trapp heb ik overigens nog niet ontmoet, wel hun muziek, want die schalt je al in het vliegtuig tijdens de landing tegemoet.
Ik werd daar verwacht in Hotel Romantik, even niet schrikken van de naam nu. Direkt bij binnenkomst viel het oog op een groot bord dat aankondigde dat in dit hotel ook massage beschikbaar was, zodat mij – als argeloze toerist – de schrik om het hart sloeg en allerlei visioenen mijn eenvoudige geest bezochten. Gelukkig bleek dit een massage te zijn van het type uitgevoerd door een rotsvast Tiroler type van een jaar of 65 in een witte slagersjas, of zo een Oost-Duitse atlete die meedeed aan het wereldrecord kogelstoten voor door de testosteronhormonen haast tot bebaarde man verworden deelneemsters. Een bijbehorende foto deed althans iets dergelijks vermoeden, maar misschien vergis ik mij schromelijk.
In elk geval had ik een soort bruidssuite voor mij alleen ( tot afgunst van mijn collega’s, die met z’n tweeën zo’n soort zwaar aangezette bedstee moesten delen in een plattelandshoeve ), waarbij de kamer middenin ontsierd werd door een enorme zuil waar zelfs de eerder genoemde kogelstootster nog ernstig moeite mee zou hebben. Ook waren er allerlei boogjes en afstapjes, hetgeen ik aan den lijve moest ondervinden. En een kerkklok die elk kwartier naast mijn raam sloeg. Maar goed, toch lekker geslapen.

De volgende dag, met een aantal vrije uren in het vooruitzicht ( ja collega’s, men moet toch eerst de jetlag verwerken ), ben ik afgereisd naar het nabij gelegen Berchtesgaden, de Obersalzberg om precies te zijn. Studenten en scholieren van de oude stempel en collega’s die de Zweiten Weltkrieg mitgemacht haben weten nu waar ik het over heb. Zo’n twintig jaar geleden was ik er ook, toen nog Amerikaans bezet gebied en bezaaid met ruïnes van de huizen van Göring, Bormann, de resten van de Berghof, uitgestrekte onderaardse bunkers en voormalige SS-kazernes.  Alles vrij toegankelijk.
Nu heeft men serieuze pogingen gedaan om dat zwarte verleden zorgvuldig uit te wissen, wat rest is een museum, met een klein gedeelte onderaardse bunkers, en verder is er niets meer wat de oppervlakkige toeschouwer herinnert aan die tijd, enkel nog hoog op de berg het Arendsnest, als enige bouwsel in originele staat bewaard.
Toch, een schuldig landschap blijft het. Vanaf deze idyllische plek werd beslist over het gruwzame lot van miljoenen mensen. Voor wie er ontvankelijk voor is blijft dit een beladen oord, al worden er nog zoveel golfbanen over heen gelegd. Er is nog genoeg te vinden voor wie goed kijkt en enigszins ingelezen is, zodat men weet waar men moet zoeken.
Nog steeds een toeristische trekpleister van formaat, en je bent snel geneigd elke wat mank lopende Duitser als verdacht aan te merken. Die heeft natuurlijk een aan het Oostfront aan- of afgeschoten been, en zo’n aardbeineus komt natuurlijk door bevriezing bij Stalingrad. En dan die rechterarm die steeds omhoog wil.
Maar goed, onzin natuurlijk. Het is fascinerend om te zien hoe de tand des tijds datgene wat het duizendjarige rijk had moeten worden al in enkele tientallen jaren vrijwel volledig doet verdwijnen. Een dag die tot nadenken stemt.

Op reis

 

Wauwel reist zometeen voor enkele dagen af naar het land van Knödel, Lederhosen, Dirndl en alpenhoorngeschal, en o ja, Hitler is er ook geboren. Natuurlijk poog ik de nieuwsgierige lezertjes van uit mijn standplaats tussen de Alpen op de hoogte te houden van de ontwikkelingen, dus nu niet teleurgesteld afhaken, want tussen het hikkend en boerend verorberen van nòg een Mozart Kugel zal ik verbinding met dit mooie medium maken om u kond te doen van mijn wedervaren.
Ik word daar geacht enige lieden zu zu sprechen over de mogelijkheden van internet, maar dat is pas dinsdag, dus eerst trek ik welgemoed met mijn plunjezak richting Alpenfestung, om mij daar in de onderaardse Führer-bunker over te geven aan een moment van comtemplatie en bezinning. Jaren geleden ben ik daar ook geweest, toen het nog door het Amerikaanse leger bezet was en alles nog ongeveer in originele staat ( van verval ) verkeerde. Nu schijnt het in een lustoord voor golfers te zijn veranderd; ik zou toch liever elders een balletje slaan dan op zo’n beladen plek.  Ik hoop dan ook wat lieden daar te benaderen met de vraag hoe zij het in vredesnaam klaar kun spelen om daar met een totaal onbezorgd gemoed hun sport te beoefenen. Ik zou het niet kunnen.

Also, das warr es dann für Heute, bis bald! Donderdag ben ik weer im Lande.

Vaderdag

Vandaag was’t vaderdag, naar ik meen ooit door Hitler uitgevonden. Voor de nieuwsgierige lezertjes eerst maar even mijn verlanglijstje:

1. De Clipette – voor het snel en pijnloos verwijderen van die hinderlijke neus- en oorhaartjes!

2. Geruite opa-pantoffels

3. Een gekleide asbak ( ik rook niet )

4. Een flesje Fresh Up aftershave van de Hema

5. Geruite sokken

Geen van deze geschenken bereikten mij na een nacht waarbij ik vanzelfsprekend van de zenuwen niet kon slapen. Ook geen ontbijtje op bed, de gezinsleden verschenen met een vertraging van elk ongeveer een kwartier beneden.
In blijde verwachting van mogelijk andere geschenken keek ik om mij heen, maar twee gekookte eitjes en een zakje snoephartjes werden uiteindelijk mijn deel. Was ik overigens heel tevreden mee hoor, want ik heb drie dochters van vijftien tot twintig jaar, en alleen hoon met betrekking tot mijn hier en daar wat uitdijend lichaam is dan nog voor mij weggelegd.
Daarna werd de sfeer bij het ontbijt snel kribbig.
Dochter A tegen dochter B: “Kun jij het deksel even op die pindakaaspot doen? Het stinkt!”
Dochter B: “Ja zo”, waarna een tergend langzaam besmeren van de boterham volgde, waarbij de pindakaaspot nog een stukje dichter in de richting van dochter A werd geschoven. Het getreiter escaleerde vervolgens razendsnel, waarbij met potten en kopjes thee werd geduwd
In mijn functie als gezinshoofd meende ik dus in deze gezellige sfeer te moeten ingrijpen, waarna uiteindelijk dochter B razend van woede het pand wilde verlaten, met medenemeing van haar ontbijt. Wij konden dat nog net verhinderen, en het ontbijt verliep verder in grimmige sfeer, waarbij verbeten blikken over en weer werden geworpen. Herkenbaar, ouders?

En de boterkoek van Euroshopper bij de koffie was ook al niet te vreten.

Ook een leuke vaderdag gehad?