Dropjes eten, gezond en lekker!

engelsedropIk moet eeuwig aanhoren dat ik zwanger ben, dat ik op de roeimachine moet, dat ik er afzichtelijk uit zie, dat ik nog een keer dichtgroei, dat ik eens een keer een appel moet eten, en dat het heel vreemd is dat het pak speculaas dat gisteren in huis gehaald was nu al weer half of helemaal leeg is en aan wie dat nu toch zou liggen.

Het is inderdaad erg ja, ik schaam mij diep. Volgende week of zo – ik heb dat afgelopen week met een smoes een beetje kunnen rekken – moet ik weer naar de mondhygiëniste. Vroeger ging je naar de tandarts, op het moment dat je een gaatje had, en die man pulkte en boorde dan wat en je kon vervolgens weer een paar jaar vooruit. Nu moet je dus elk half jaar naar een steriele juffrouw, met een kapje voor, meestal in opleiding, die  vervolgens per wegtikkende vijf minuten voor een gruwelijk bedrag naar het schijnt je volledige gebit aan gruzelementen lijkt te trekken met aan aantal gemeen stekende martelwerktuigen. Daarna word je bestraffend toegesproken en krijg je een demonstratie flossen “u moet het draadje zó heen en weer halen!” en dat is dan €15 extra.  Met doorweekte rug en badend in het bloed verlaat je tenslotte in hysterische toestand het pand, op weg naar het Kruidvat om daar een door de juffrouw aangeraden doosje kunststof tandenstokertjes medium  te kopen, van die borsteltjes die bij de eerste poging om ze tussen de restanten van je tanden te steken gelijk dubbelvouwen.
Nu wil het geval dat het Kruidvat ook een uitgebreide snoepafdeling heeft, in het bijzonder de bakken met drop waar je zelf uit mag scheppen.  Een weegschaal is niet in de buurt, dus je gaat die bakken met je schep te lijf om alles in een zo groot mogelijke zak te proppen: Brusselse Mannetjes, schoolkrijtjes, van die zwart-wit dingetjes, griotten, hoestmelange ( nooit geweten waarom dat zo heet ) en gele bananen. Die passen niet bij de drop maar zijn wel akelig lekker, net als de caramels. Gelukkig doet de plakbandhouder waarmee je de zak moet dichtplakken het nooit: het is één grote verstrikkelde kluwen tape, dus de zak blijft open zodat je direct kunt beginnen na het passeren van de kassa. En soms al ervóór. Die tandenstokertjes kosten trouwens ongeveer net zoveel als een volle zak.
Mocht er geen Kruidvat zijn, dan kan ik u ook Albert Heijn aanbevelen, daar verkopen ze zakken met gemengde gesuikerde drop, met onder andere van die beigige spinnetjes erin, die naar anijs smaken.

“En hoe was het bij de tandarts?”
“Vreselijk, als altijd. Ik heb nog even geen nieuwe afspraak gemaakt. Wil je een dropje?”

En zo ploeter ik dus voort in het leven, dolend tussen de Kruidvatzak, de spinnetjes en de roeimachine, zwevend tussen hoop en wanhoop. De mens is redelijk onverbeterlijk, en wanneer je dan artikelen leest dat een teveel aan kilo’s eigenlijk aangeboren is, en áls je het al een tijdje kwijt raakt, het bijna altijd weer terug komt, dan grijp je moedeloos naar de drop, want dat maakt dan toch niet meer zoveel uit. Ik ben er trouwens van overtuigd dat wanneer je zo’n hele zak achter elkaar leeg vreet – dat geldt bijvoorbeeld ook voor chips of voor spekjes – dat het dan lang niet zo schadelijk is. Gewoon doen, de overdaad komt er een paar uur later wel weer uit, en het hoopt zich niet op.  We zijn nog lang niet zo ver dat ik met een takelwagen door de gevel gehesen moet worden, en ik vind dat ik best nog wel een redelijk lichaam heb als ik het voor elkaar krijg mijn adem een minuut lang in te houden. En bovenal, ik ben geen twintig meer, en ik gá af en toe wel eens op de roeimachine, ik zit op salsa, ik zweet het er in mijn eigen infraroodsauna ook wel af, en elke maand een paar keer naar de echte sauna doet ook weer wonderen. Ze hebben daar een weegschaal, en het verschil tussen het begin en het eind van de avond is elke keer ernstig hoopgevend.

Mannen en vrouwen van Nederland: wordt u geregeld verguisd vanwege uw mogelijk te dik postuur? Niks van aantrekken. Gewoon, de Rennies en de roeimachine , de sauna en de dropspinnen bij de hand, en we komen snoepend en innig tevreden en heus niet te dik door het hele land.

[youtube]http://youtu.be/Zx0ME65y72E[/youtube]

 

Ode aan de spruitjes

O spruitjes, groene kogels van de lust,
u wekelijks op mijn bordje is een absolute must.
Laat mijn geest toch laven aan uw groenig aangezicht,
sterk geurend in het kalme spaarlamplicht.

Ik zou nog wel een tijdje door kunnen gaan met een lofzang op deze begeerlijke knolletjes, door mijn kinderen in het algemeen zeer gehaat, en door velen met hen verguisd. Maar ja, mijn dochters zijn steeds meer uitwonend en sinds ook de jongste voor een aantal maanden naar Australië is afgereisd, kan de beer hier los. Kinderen zijn, hoe vooruitstrevend ook, wanneer het om eten gaat nogal van de vastigheid en regelmaat, en hebben een sterke voorkeur voor bepaalde soorten groenten en een enorme afkeer van een nog groter aantal groenten. Spruitjes – “Strontkogels”-  horen daar meestal bij.

Waarom vind de ene mens spruitjes lekker en gruwt de andere er van? Voor zover ik weet is er nog geen toonaangevend wetenschappelijk onderzoek geweest naar deze vraag: waarom verschillen smaken toch zo op etensgebied? Nu ben ik zelf ook nogal een kieskeurig typje, en zo’n peperduur bordje haute cuisine met wat sprietjes en een kwakje saus over een paar onbestemde brokjes, nee. Dan maar liever boerenkool met worst of zuurkool met zo’n lillend stuk vier-uur-gesudderd zuurkoolspek. Althans, het vlezige gedeelte daarvan; die witte dril die er ook bijgeleverd wordt, daar halen zelfs onze katten nog hun neus voor op.  Veel mensen lijken wel een beetje op katten: nèt zo kieskeurig en eenkennig als het om eten gaat.  Alleen maar brokjes van merk A.
Vis, ook zoiets. Ik lust heel veel verschillende soorten eten, maar gekookte vis, nee. Er moet iets te bijten en te knagen zijn. Maar wel netjes. Laatst had ik met een innemende collega een diepgaande discussie over het consumeren van kippepootjes en van die oertijdbotten met stukken vlees er aan. Ik doe dat dus alleen maar met vork en mes. Gebakken vis en forel en dat soort dingen? Doe mij eigenlijk maar vissticks; geen geklungel  met graten  die je keel doorboren. Romantisch dineren zal voor mijn tafelgenoot dus een hele opgave zijn, wanneer je onder het geluid van een gevoelig spelende violist moet kijken naar iemand die bij kaarslicht en flonkerende rode wijn zijn Iglo vissticks naar binnen zit te schransen.

Ooit had ik eens een diner ter gelegenheid van een vijftig-jarig huwelijk of zo. Daarvoor was een etablissement uitgekozen wat typerend voor dat soort gelegenheden is. Nu gesloopt trouwens, restaurant Het Bolwerk in Haarlem.  Biefstuk stond op het menu, en geen klein stuk ook. Ik ben niet zo”n biefstukmens, want dat moet rood van binnen en zo en dan schijn je het opgewekt en blij weg te moeten kauwen, zo’n bloederige homp. Dat ging dus niet lukken toen. Tien minuten zitten kauwen en kokken op een veel te groot stuk ( je wilt er snel van afwezen ) en dat vervolgens in een servet wegwerken waar nóg drie stukken zijn voorgegaan. Je komt wat tegen als ober.

Mijn vader was iemand van een goed stuk vlees, waar een randje vet aan moest zitten. Hele zondagmiddagen heb ik doorgebracht aan tafel, de rest van het gezin al lang vertrokken naar de voorkamer bij Meester G.B.J. Hilterman, maar kindje Wauwel moest nèt zo lang blijven zitten tot alle vlees – “Het beste van het beste!” – was opgegeten. In mijn geval betekende dat stukje bij beetje verdwijnen in de broekzak, zodat je met je hand begraven in een soort kil rottend lijkje eindelijk kon wegvluchten naar het toilet om daar de boel weg te werken. Ik neem het ze trouwens niet kwalijk, anders had ik ook nooit dit stukje kunnen schrijven. Zo had ik ook als kind te lijden onder stoofpeertjes, gekookte lof met heel veel paneermeel en bindmiddel, en als één van de ergste dingen lauwe zelf gekookte griesmeel of custardpudding met zo’n vel er op wat ‘knap’ zegt wanneer je er met je lepel door heen prikt.

Kinderen nu lijden volgens mij veel minder, ouders ook trouwens. Je rukt iets uit de magnetron, je vriest iets in wat ze wel lekker vinden en vlees met zeentjes bestaat niet meer of is vervangen door een snack in de vorm van een teddybeer.  En nu ze het huis uit gaan komen hier weer de meest gruwelijke maar lekkere maaltijden op tafel. Op de meeste rare tijdstippen en plekken bovendien. Gedaan met orde en regelmaat, de vrijheid lacht ons toe. Spruitjes met kaassaus of op Indiase wijze bereid met kardamon, kerrie en kaneel, lof met ham en kaas.

Alleen nog die stoofperen…. nee, dan rest er voor mij de pizzaboer.

Chinees

€ 12,70, sambal bij
€ 12,70, sambal bij

Met het groeien van het kroost worden ze ook steeds uitstediger, en blijf je als ouders steeds vaker eenzaam en alleen aan tafel achter. Nu vallen daar bij de maaltijd dan gelukkig nog geen pijnlijke stiltes, en het is mooi dat alles in je leven in het algemeen langs wegen van geleidelijkheid loopt, dus alles went: ook het feit dat je niet meer bij wijze van spreken met de pollepel links en rechts over de tafel heen hoeft te meppen om de diverse kibbelpartijen te beslechten.
Er is meer tijd voor romantische dineren met z’n tweeën, en je zou zelfs voorzichtig kunnen denken over passionele schranspartijen waarbij je het tafelbestek en de gerechten in één klap van de tafel veegt om elkaar liggend op de dis hartstochtelijk te beminnen temidden van resten boerenkool en worst, maar ja, dat is ook weer zo wat, want op mijn leeftijd is het een heel geklauter om überhaupt al op die tafel te komen. U ziet het al helemaal voor u, hè?

Maar vanavond ben ik dus alleen, en aangezien het ernstig laat werd op het werk – ja, ja, onderwijs – had ik geen puf meer om nog een compleet vier-gangen éénpersoonsmenu te bereiden. De Chinees dus maar; een uitgelezen gelegenheid, want de rest van het gezin heeft altijd ruzie over de samenstellingen van menu A, en de andere aangedragen suggesties worden me veel te duur.

Zometeen dus een heerlijke Grande Bouffe waarbij ik me te buiten hoop te gaan aan kip met ananas, nassi en een loempia. Sambal bij, meneer.  Ideaal, ik kan tijdens het eten heerlijk computeren, de krant lezen, in mijn neus peuteren, met mijn iPhone spelen, m’n eigen muziek draaien en geen enkel gezinslid wat op mij let. Morgen zal er dan tussen de middag nog ruim voldoende zijn om het nog eens dunnetjes over te doen.

Het enige nadeel is dat ik nu al anderhalf uur op de bestelling wacht; blijkbaar heeft iedereen in dit dorp ineens tabak van aardappelen met jus, appelmoes en een bal gehakt. Aan de andere kant: als de bestelling hier direkt was geweest, had ik dit stukje weer niet kunnen schrijven. Leve de Chinees!

Ah! Daar is hij trouwens net! Het plaatje en het weghalen van de tikfouten komt straks wel.

Update: Zo, dat heeft gesmaakt. Het bewijs nog even als foto bijgevoegd.

Vies

Zo, het diner zit weer achter de kiezen. Met drie kritische dochters in huis is het altijd lastig een gerecht te vinden wat iedereen lekker vindt. ’t Is ook altijd lastig om ze de tafel te laten dekken en afruimen. Complete schema’s op de koelkastdeur moeten daarbij ondersteuning geven, maar die leiden dan soms weer tot immens gekrakeel, waardoor het gezin soms enigszins verhit aan tafel plaatsneemt.

Vandaag had ik de eer iets uit te mogen kiezen. Op tafel lag een reclamefolder van Tupperware – ja dat bestaat nog- , waarin mooie blijde mensen in een prachtige ambiance met zwembad in de aan zee gelegen tuin met felgekleurde plastic bakjes in de weer waren, want iets anders is het natuurlijk niet. Ik mag niet citeren, want het schrijfsel dreigt op de achterzijde met ernstige consequenties, en sinds ik het op Wauwel een keertje aan de stok kreeg met een dolgeworden directeur van een kwijnend prentbriefkaartfabriekje wegens inbreuk op het auteursrecht, ben ik wat voorzichtiger geworden in die dingen. Straks komen de stukjes van Wauwel nog vanuit de zwaarbewaakte penitentiaire inrichting in Vught of zo, en dat willen de lezertjes vast niet.

De Tupperware-folder belooft ons in elk geval dat wij deze zomer de sleur zullen doorbreken, dat onze dromen waar zullen worden en dat wij nieuwe inspiratie op zullen doen. Nu weet ik niet of mijn zintuigen dermate geprikkeld zullen worden door een siliconen keukenkwast van € 9,95 op een manier dat ik er ook nog van ga dromen, maar de fabrikant heeft er alle vertrouwen in dat ik het ongewone in elke dag zal vinden met behulp van het aangeboden keukengerei.

Ik dwaal een beetje af, want dit stukje zou over eten gaan. In het gidsje stond namelijk een recept, en dat leek mij wel lekker, en hoewel we het zouden moeten klaarmaken met de Dunschiller Universeel die we niet hebben en de hele mikmak zouden moeten doen in de U+Ovaal 3 liter die we ook niet hebben , vonden we het toch wel een poging waard.
Iets met kip en venkelknollen – ja dat leek wel een beetje eng en het kroost betrok al –  en een hoop ui.  Mijn vrouw toog aan de slag  en gaf mij opdracht de laatste twintig minuten af te maken, want zij moest een dochter van de trein halen.

Prompt vergat ik natuurlijk enkele kleine lettertjes uit het recept, waardoor we de maaltijd uiteindelijk zonder aardappelen moesten doen, hetgeen de stemming er niet beter op maakte, want “er drijven vreemde witte brokken in” ( de venkelknollen) en “die zwarte kringeltjes lust ik niet”( olijfringetjes) , waarna een ijverig gevis in de schaal volgde. Daar sta je dan een uur voor te klungelen, ernstig gehinderd door het gemis van de Dunschiller Universeel. Er schijnen gezinnen volledig in staat van razernij te zijn vervallen vanwege het feit dat men iets op het eten aan te merken had. Ik zie voor mijn geestesoog een ouder die de rest van het gezin met een Dunschiller Universeel te lijf gaat. Als ouders poog je dus het goede voorbeeld te geven en alles tegen heug en meug met opgewekte blikken naar binnen te werken, ook al is het nòg zo smerig. Maar ja, ook al ga je op je kop staan, je kinderen eten het tòch niet op.

Een enkele keer ben je met hen solidair. Ooit kregen wij hutspot voorgeschoteld, nu eens niet met gehakt ( fijn een vulkaan metselen en jus en een bal in de krater ), maar met stukjes cervelaatworst. Zoiets komt natuurlijk als een donderslag bij heldere hemel, want vaste gewoontes en zo. Na voorzichtig gekeken te hebben naar mijn kinderen en mijn vrouw, boetseerde ik al kauwend van mijn hutspot het woord “vies”. Dat hebben ze niet meer vergeten, en nu durf ik ook wel te zeggen dat het Tupperwasre-recept vanavond geen succes was. 

Gebak

Er stonden vandaag gebakjes in de docentenkamer: cake en boterkoek-achtige dingen met nootjes. De pauze was al voorbij, en ik stond daar alleen. Er was dus nog over. Wat doe je dan.
Ik zag eens een programma op tv waar werd onderzocht hoe kleine kinderen op aangeboden verleidingen reageren. In een kamer stond een schaal met lekkers, daarnaast een peuter, die zojuist te horen had gekregen dat hij straks iets nog veel lekkerders zou krijgen als hij de schaal met koekjes met rust liet. Een geheime camera registreerde alles. Waarom mag je peuters wel met een geheime camera filmen en krijg je bij volwassenen ongeveer een proces aan je broek? Zou de peuter wel vooraf schriftelijk toestemming hebben gegeven? Er moet een partij komen die voor de rechten van peuters opkomt. De PVP of zo. Maar ik dwaal af.

Een aantal peuters bleef wel ernstig om de schaal heen draaien, maar wist zich in te houden. Bij anderen  won de hebzucht het van de beheersing en werd toegetast.
Een volwassene is niet anders. Wie in het onderwijs zit, en dan vooral het lager onderwijs, heeft de mogelijkheid om zich net zo lang met lekkernijen vol te vreten tot men het formaat van een wijnvat heeft bereikt. Er is elke dag wel een jarige, die trakteert. “Jij mag vandaag de klassen rond! En wie neem je mee?”
In het voortgezet onderwijs zijn de pubers niet meer zo scheutig. Ja, ik ga daar een beetje voor paal staan met de klassen rond gaan….hoor je ze denken. Je zou elke dag met een paar kilo chips naar huis gaan als je op een school met 2000 leerlingen werkt. Zo kun je als docent een beetje bijverdienen. Je begint een chipshandeltje. Jammer dat pubers zo snel hun onbevangenheid verliezen zodra ze naar de grote school gaan. Kind àf.
Terug naar de docentenkamer dus: ik beken hier plechtig dat ik èn een plakje cake èn een boterkoek-achtig nootjes ding tot mij heb genomen, na eerst schichtig om mij heen te hebben gekeken. Wat dat betreft verschil ik in niets van de kleuter uit het onderzoek.   

Heerlijk, weer eventjes een moment kind zijn. En het smaakte zo lekker. Maar dat is met alles wat slecht voor je is.

“Lust ik niet!”

Ja, wat dit is weet ik ook niet. zou het ook niet lusten 

Wij eten vanavond nassi. Dat is namelijk heel erg lekker. Vind ik dan. Mijn vrouw gaat daarin gelukkig met mij mee -zij maakt het dan ook heerlijk klaar- , maar mijn drie dochters hebben totaal andere opvattingen over lekker eten: eentje wil eigenlijk alleen maar Jaimie Oliver( vreselijk mannetje )-achtige dingen, de ander wil eigenlijk liefst alleen vegetarisch en een derde dochter kan ik geen groter plezier doen dan met een deeltje uit de serie wereldmaaltijden van AH of Honig of hoe ze allemaal heten aan te komen.
De keuze van het voedsel voor het diner leidt in dit gezin dus geregeld tot hevige discussies. Enkele gerechten, die mijn vrouw en ik weer erg lekker vinden, zijn voor mijn kroost absoluut not done: spruitjes, brusselse lof met ham en kaas, prei, nassi dus, spinazie ( “groene kots”) en nog zo wat. Nu kan ik ook en laag springen en zeggen dat ik vroeger alles at, maar dat is natuurlijk niet zo. Als de dag van gisteren staan nog de middagen op mijn netvlies gebrand dat ik het als kind vertikte om mijn vlees op te eten, want daar zaten van die enge zwibbelzeentjes in zodat de ene helft al ergens ver weg in je darmen zat en de andere helft nog in je kokhalzende mond, verbonden door zo’n gruwelijk sliert vet. Volgens mijn vader was dat vlees “het beste van het beste”, daar móest vet aan zitten. Zo zat ik daar dan op zondagmiddag, alleen achtergebleven aan tafel, met het opera en belcanto-programma van Radio Brussel schallend naast mijn oor ( psychologische oorlogsvoering? ), op slinkse wijze de overgebleven stukjes gruwel van mijn bord naar mijn broekzak te transporteren. Na een uurtje was mijn bord dan leeg, en mocht ik weg. Ja, je gaat geen eten weggooien als je de oorlog had meegemaakt. Ik dus wel, want van na de oorlog. Ook voor mij hadden veel dingen vroeger dus een vieze smaak.
Wat zijn wij als ouders eigenlijk een bruten, door dan met overdreven blijde gezichten weer een grote schaal met nassi op tafel te deponeren en nog veel enthousiaster beginnen te smikkelen als wij de misprijzende gezichten van onze dochters zien. Het wordt nog veel leuker trouwens. Vrijdag gaat mijn vrouw op wintersport, en dan kan ik weer één van mijn heimelijke wensen ten uitvoer brengen: direct om vijf uur bellen en een heerlijk menuutje A met een loempia bestellen bij onze plaatselijke ondergrondse Chinees, die nog steeds mijn adres niet velstaat: “Alendsholst zegt u? Is ovel half uultje klaa menee. Sambal bij?”
Want als het om Chinees bestellen gaat, heb ik geen drie maar vier vrouwen tegenover mij. Dat wordt weer heerlijk smullen en twee dagen lang opwarmen komend weekend. Want dan ben ik eindelijk weer eens de baas in huis.