Start

Het leven van een docent is zwaar en vol gevaren en onzekerheden. In Texas kun je tenminste nog een beetje een wapen dragen, maar hier mag dat ( nog ) niet. Voor scholieren geldt eigenlijk hetzelfde. Vandaag een nieuw klasje op introductiekamp gestuurd. Tweeëntwintig grote pubers zitten allemaal heel gedwee en bleekjes bij elkaar, want ze hebben elkaar nog maar één keer eerder gezien tijdens een korte kennismakingsbijeenkomst voor de zomervakantie.
In de gang, of ergens op het schoolplein, staat – verdekt opgesteld – nog een enkele vader of moeder, en heel soms zie je de blik van het bijbehorende kind nog even snel opzij schichten : zal mams of paps daar nog staan, en niet te opzichtig in beeld? Ze hebben een goed excuus om nog wat ouderlijke ondersteuning mee te nemen, want er moet heel wat bagage op de fiets worden verstouwd en dan is het handig als je althans het eerste stukje van de dertig kilometers die nog voor hen liggen wordt gebracht.
Die bagage is verstouwd in zonderlinge verpakkingen, en bestaat uit een hoeveelheid die eerder doet denken dat men drie maanden dan drie dagen op vakantie gaat.

Waar gaat het heen dan? Naar een met waterplassen gevulde zanderige vlakte ergens in de bossen bij Apeldoorn, waar men in wat tochtige tenten slaapt op betonnen platen. Natuurlijk is twintig procent van de meegebrachte luchtbedden lek, want ondanks alle adviezen ga je natuurlijk niet eerst thuis testen of het niet leeg loopt. Geen alcohol, niet van het terrein af. Ze pikken het zonder morren, terwijl ze zich in een normaal weekend misschien wel enthousiast te buiten gaan aan gezellig coma-zuipen. Ja, daar zijn ze nu nog te verlegen voor. Er vallen pijnlijke stiltes in het lokaal bij het binnendruppelen, zoetjes zitten ze op hun stoel. Er is eigenlijk geen enkele verschil met een eerste schooldag op de lagere school. Ja, er zijn minder ouders mee, maar een aantal leerlingen voelt zich zeker nèt zo ongelukkig als toen, zo’n tien à twaalf jaar geleden. Zometeen fietsen ze weg. Daar staat moeder. Niet te hopen dat ze zwaait, dat staat zo gek, en al zeker niet terugzwaaien als ze het toch doet. Stel je voor dat de anderen het zien.
Het hele stel draait de bocht om en uit het zicht. Vader of moeder stapt in de auto en rijdt weer naar terug, alleen.

Straks, over drie dagen, zitten ze weer allemaal thuis aan tafel, met stoere verhalen, een grote mond, en nadrukkelijk aanwezig. Nu nog even niet. Nu moeten ze eerst nog even wennen. Nog één keertje kind zijn. Nu kan het nog. 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *