Penny-klas

Ik geef een toets. Voor mij een groepje pubers, negen stuks. Vier zijn er afwezig. Nooit gezien ook, trouwens. De schamele restanten van de ‘Terrorklas’, zoals zij de eerste les trots verkondigden. De klas was gesplitst wegens wangedrag. “Ze konden ons niet aan, meneer!”. Wie ze als buitenstaander in een donker steegje zou tegenkomen, zou een eindje omlopen.

Ze doen “iets met paarden”. Drie jaar op school, en als ze klaar zijn mogen ze in een manege een berg drollen van de ene naar de andere kant scheppen. Maar wie weet, valt het mee. Wie weet, worden ze Ankie van Grunsven, of een soort Jojo Buitenzorg, maar die laatste kan ook een paard geweest zijn. Koester je dromen zolang je kunt, anders is er echt geen hoop meer.

Op hun beeldschermen kijken ze naar paardenplaatjes, bezoeken ze paardensites. Zestien, zeventien, achttien zijn ze. Paardenplaatjes…..
De eerste is na drie minuten klaar, want heeft eigenlijk niet zo’n zin en het wordt toch niks. En inderdaad, het is een onvoldoende. Bij vertrek wordt nog even een klasgenoot geroepen: “Schiet je een beetje op? Ik ga roken!” Ach ja, het is ook mooi weer buiten en zo’n toets is ook zo wat.

Dit zijn meest ‘rugzakleerlingen’. Vroeger zou het een ZMLK-klas zijn geweest, zeer moeilijk lerende kinderen. Als docent kreeg je daar een speciale opleiding voor, de leerlingen zaten op een speciale school. Nu zitten ze temidden van duizend andere pubers, temidden van ADHD, Asperger, PDD-Nos, Gilles de la Tourette, Autisme, Dyslexie, Dyscalculie, Smetvrees, Stofallergie, noem maar op. Waren we in de Middeleeuwen, dan zou je je in een krankzinnigenkolonie gewaand hebben.

Verschrikkelijk? Welnee, het is leuk, en je maakt nog eens wat mee. Leraar, elke dag anders. Uitzichtloos? Natuurlijk niet. Er is er nog eentje bezig, ze gebruikt de volle tijd. Ze zwoegt, ze ploetert, ze knaagt op de restanten van haar pen. “Dit wordt echt niks meneer…”  “Natuurlijk wel, meid. Jij gaat nu even rechtop zitten, haalt diep adem, je geeft jezelf een schouderklopje en je zegt: ik ga het redden”. De toets is te simpel voor woorden. Voor haar haast een onneembare berg. Ze zucht en steunt, buiten wachten de vriendinnen, het mobieltje en het grasveld in de zon. Dan is ze klaar. “Tweeëntwintig punten, meneer, onvoldoende zeker, hè?”
“Weet je wat? Jij hebt een acht!” Het is haar hoogste cijfer. Stralend verlaat ze het lokaal. Een echte acht op de lijst! Dit was mijn laatste les in de terror-klas. Ik zal ze missen, echte kindjes nog. 

2 antwoorden op “Penny-klas”

  1. Mooi verhaal!
    28 jaar geleden ben in begonnen als randgroepjongerenwerker en soms verlang ik nog terug naar die tijd.
    Dankbaar werk en ze zijn het waard om in te investeren.
    Fijn dat er nog altijd mensen zijn die het zien als de krentjes in de pap in plaats van een vreselijke opgave…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *