Onderwijs…of zoiets

Op mijn rooster staat een uur Nederlands gepland. Tegenwoordig is dat dan vaak iets van vergadertechniek, een telefoongesprek oefenen, notulen maken, een betoog houden, en soms zowaar nog wat spelling. Er zijn computers bij nodig, dat hoort zo; inloggen op een website, en aan de slag maar.  De klas begint -“Eerst effe roken meneer!” – binnen te druppelen. Nu kan ik natuurlijk op mijn horloge gaan staan kijken en leerlingen die te laat zijn, niet meer binnen laten, maar dat geeft naderhand een ongelooflijke hoop gedoe, dus ik laat de eerste binnenkomers maar vast een laptop ophalen bij de uitleenbalie.  Het is een klas boerenjongens, die normaal op de trekker of de shovel zitten en daarmee bijvoorbeeld hopen zand van A naar B schuiven , en die nog één dag in de week naar school moeten om een soortement van diploma te halen. “Studenten” heten ze tegenwoordig, ook op het MBO.  Ooit las ik een boek over een docent die kunstgeschiedenis moest geven aan een groep leerlingen van een slagersvakschool. Ach ja. Een collega.

Na twintig minuten is de groep dan grotendeels compleet aanwezig, en druk doende met het opstarten van de laptops, die niet meer helemaal state-of-the-art zijn, en dan blijken er ook nog enkele latops helemaal leeg te zijn; geen stopcontact bij de tafel natuurlijk, dus dat wordt gezellig samenklonteren met drie laptops in een hoek. Ze moeten eerst het schoolnetwerk op. Ze bestaan nog: jongeren die niks met computers en internet hebben. Wanneer je het grootste deel van de week op laarzen of klompen door de klei klost,  of dode varkens in een container kiepert, heeft het onthouden van de gebruikersnaam voor het schoolnetwerk, laat staan het onbegrijpelijke wachtwoord wat uit allerlei tekens en letters bestaat, niet je grootste prioriteit. Ik laat er geduldig weer een stel afreizen naar de systeembeheerder, die het wachtwoord voor ze kan opzoeken. De systeembeheerder is niet aanwezig. “Doe dan maar samen jongens”.

Na een half uur is de klas in het netwerk. Sommigen hebben het wachtwoord weten te achterhalen vanaf een vodje papier, weggefrommeld achter een pakje shag in de borstzak, neergekrabbeld in onbehouwen handschrift, daarbij niet wetend of het nou hoofd- of kleine letters waren. Nu het internet op, naar de site van de Nederlandse methode. “Ik kan niet inloggen meneer!” Er dienen hier andere gebruikersnamen  en wachtwoorden te worden opgegeven.  Die heb ik gelukkig ook nog ergens voor ze in de electronische leeromgeving staan. Of ze dan daar maar even bij willen inloggen. En ja, van die leeromgeving kan ik gelukkig  zelf de door hen vergeten inlognamen en wachtwoorden achterhalen, dus daar besteed ik de volgende tien minuten in toenemende berusting aan.

“Mogen we al weg meneer? Het is nog maar vijf minuten! Kunnen we even roken!”  Ik besluit de toets voor de volgende week nog maar een tijdje op te schuiven. Ook zo sneu als ze geen diploma halen. “Dag jongens, doen jullie wel voorzichtig straks? En vergeet de laptops niet terug te brengen!”
Het zijn geen kwaaie knapen.Het groepsgedrag kan soms wat eh… vermoeiend zijn, maar je hebt toch de hoop dat je ze wat bij kunt brengen. Eenmaal aan het werk luisteren ze goed naar iets wat hen als chinees in de oren lijkt te klinken: het kofschip, nog nooit van gehoord meneer,  een werkwoord verbuigen, de eerste persoon enkelvoud, een zelfstandig naamwoord….. het opklaren van het gezicht als er iets doordringt.  Je staat dus niet voor de kat z’n viool les te geven.  Vooruit dus maar weer, want zoiets is leuk, zullen we maar zeggen. Zo lang je je maar niet te star aan de normen houdt… 

Onderwijs, elke dag anders. Zie het als een uitdaging…..

3 antwoorden op “Onderwijs…of zoiets”

  1. Wat een herkenbaar verhaal! Ware het niet dat ik lesgeef aan mavo- havo brugklassen. Voor leerlingen in de brugklas is alles nieuw en veel leerlingen zijn lang zo ICT- vaardig niet als ze soms zelf denken (dit geldt overigens net zo goed voor mijn vak: “Maar Mevrouw, ik kán toch al Nederlands!”).
    Dit hele gedoe met inlogproblemen is ook voor mij dagelijkse kost. Hiervoor moet je als docent inderdaad een lange adem hebben. Daarbij komt in mijn geval ook nog eens dat de leerlingen ook thuis moeten werken voor school via dit soort systemen/ software. Ik ben al maanden op mijn digibord aan het herhalen waar ze welke informatie kunnen vinden en waar ze voor wat moeten inloggen en wat ze daar dan moeten doen.
    Ik probeer onze schoolleiding en afdeling ICT ervan te doordringen dat het essentieel is dat al deze digitale activiteiten binnen één digitale omgeving toegankelijk moeten zijn. Dit zou absoluut ten goede komen aan de productiviteit en kwaliteit, maar het ICT- gebruik binnen het onderwijs zou daarmee ook enorm stijgen. En dit geldt niet alleen voor mijn leerlingen, maar ook voor mijn collega- docenten…..

  2. helder stuk – goede balans van humor en informatie. Boeiend sfeerbeeld. Zou interessant zijn om een een of twee leerlingen aan het woord te laten.
    Gedoe met inloggen en disfunctionerende netwerken kost wel erg veel onderwijstijd. Deel boeken uit met teksten van dichter / boer Hubert Corneliszoon Poot – mooie seizoensobservaties waar hedendaagse agrariërs ook wat aan hebben.
    http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=poot001

    Of leg het Kofschip uit aan de hand van teksten van Bennie Jolink.
    http://www.musicfrom.nl/songteksten/normaal/

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *