Afgelopen avond heb ik een stukje voetbal gekeken: de finale van het EK, Duitsland-Spanje. Trouwe lezertjes zullen weten dat voetbal zich nu niet bepaald in mijn warme sympathie kan verheugen, überhaupt heb ik niet zo veel met sport. Al die zweterige shirtjes, die harige oksels, het onsamenhangende gebrabbel na ( en trouwens ook vóór ) de krachtsexplosie, de hijgerigheid van de verslaggevers ook. Rugnummers, de Waalse Pijl, wielrenners die met één vinger al pedalend hun neus leeg spuiten, van die boksers met zo’n eng gebit, Roemeense kogelstootsters, gruwelijk allemaal. Als kind al was het verschrikkelijk. Altijd werd ik als laatste gekozen als er partijen gevormd moesten worden, bij het zien van de als stroppen bungelende ringen in de gymzaal zonk de grond onder mijn voeten weg, het vreselijk gestuntel en de doodsangst wanneer je boven in het wandrek over de hoogste sport moest klauteren en dan weer omlaag….de onverbiddelijke gymleraar die je voor het oog van de grijnzende klas maar door liet worstelen. Traumatisch ongeveer.
Zwemles: drama! De galmende herrie in het schapenhok, waar je op een natte vloer stond te worstelen met je zwembroek en handdoek opdat een ander je pieletje maar niet zag…, de stank van het chloor, de badmeester die je met een stok met een haak eraan eerder leek te willen verdrinken dan te helpen, en dan, midden in dat zwembad, een groot, donker rooster, waardoor je zou worden opgezogen als je er over heen zwom, daar was ik heilig van overtuigd….
En toch keek ik naar voetbal. Eerst om mij alvast te verkneukelen om de te verwachten nederlaag van Nederland tegen Italië. Dan zouden we weer een paar jaar af zijn van de Welpie’s en het gelal van hossende supporters. Niet dus.
Daarna omdat ze toch wel verdiend gewonnen hadden ( dat vond ik zelfs ). Toen de uitschakeling dan eindelijk een feit was, werd Rusland de nieuwe favoriet. Ook niks dus. Dan Deutschland maar, want met Spanje heb ik nooit iets gehad en in paëlla zitten enge witte spekkerige sliertjes.
Het leukst zijn de beelden van het publiek of van spelers die vertwijfeld naar hun hoofd grijpen. Ik zou willen voorstellen om bij elke uit te zenden sportactiviteit ook een apart kanaal aan te bieden met daarop uitsluitend de reacties van het publiek en de coaches. En de tranen van de verliezers na afloop natuurlijk. Dan word ik een fervent sportkijker, compleet met oranje petje en wuppie’s of welpie’s in een kring om mij heen.
Duitsland moest winnen dus, want ja, het zijn tenslotte buren en de oorlog is ook al weer een tijdje achter ons. En Spanjaarden pesten stieren, een extra reden. Alleen die Duitse coach, nee, veel te jong mannetje, had iets van een verlopen zanger in een derderangs Balkan-restaurant in Mönchen-Gladbach of zoiets. Kwam ook door dat witte overhemd en die zwarte broek. Een beetje voetbal-coach moet lijken op Rinus Michels.
En dan die spelers. Toch wel veel typisch Duitse koppen. Zo’n Schweinsteiner, alleen die naam al, zo’n naam kùn je alleen maar snauwen: SCHWEINNNsteinerrrrrrr!!! Torrrrrrrrrr!!!!! Je zit gelijk recht overeind. En dan dat blonde über-germaanse hoofd. Zo’n soort Oberscharführer. Dan was er ook eentje met een grote baard; nu zijn er bij voetballers veel matjes, opgeschoren dambordjes, rasta-look en allerlei andere afwijkende zóóó 1970-beharingen, maar dit was toch nèt zo’n U-boot Kapitän, zo’n Onno Kretschmer. Zijn verfomfaaide pet ontbrak er nog aan. Die lui toen hadden allemaal van die bebaarde koppen na het tot zinken brengen van zoveel duizend ton. Ik zou bij het uitdelen van de medailles aan het eind door zo’n welgedane voetbal-bobo dan ook niet anders verwacht hebben dat hem het IJzeren Kruis Eerste Klasse, mèt eikenbladeren, zou zijn omgehangen, in plaats van zo’n fantasie-flutding. Maar goed, tijden veranderen, en mijn interesse in voetbal ook. Ik heb namelijk tòch wel genoten.
Alleen dat gespuug. Die Ballack. Slokje drinken… kwaat! Al die spelers trouwens. Ik zou niet weten waar ik het allemaal vandaan moest halen, al dat vocht, maar zo’n voetbal-team probeert toch altijd weer de fonteinen van Trevi te evenaren. En dan nog een beetje over dat ondergelopen veld rollen. Nee, mij niet gezien.