Ja gunst, de vrouw des huizes heeft haar hielen nog niet gelicht voor de wintersportvakantie of Wauwel staat ’s ochtends vroeg al met de centimeter in de hand bij de diverse electronicaketens hier in het dorpje B. voor de deur. Als ik na een dag zwaar lesgeven en competenties toetsen amechtig zappend op de bank neerzijg, wil ik wel eens naar een speelfilm kijken als ik geen zin heb om een stukje voor dit weblog te schrijven. Maar, met de jaren takelen ook de ogen van Wauwel ernstig verder af; die waren toch al niet denderend. Op oude kinderfoto’s ziet men mij steevast met een stoer model jongensbril op het frisch gewassen hoofd, zo’n bril met van die rubberen nopjes aan de pootjes zodat hij tijdens het gepest worden niet direkt van je hoofd vliegt.
In een rap tempo begon de dikte van de glazen astronomische vormen aan te nemen, zodat de argeloze passant zou kunnen denken dat ik mij met twee bomvrije retorten voor de ogen had uitgedost.
Je vindt jezelf als puber toch al monsterlijk, en zo’n bril maakte mijn zelfvertrouwen er niet groter op. Ik herinner mij nog pijnlijk duidelijk een dansavond in het bijgebouwtje van de kerk, toch al geen oord van zinderende erotiek. Voor het feest had ik mij – naar eigen idee, maar met zulke ogen zie je toch eigenlijk geen donder – behoorlijk hip uitgedost in een nieuwe broek ( blauw, terlenka ) en een nogal heftig overhemd ( blauw, met al heel snel grote zweetplekken onder de afgeknelde oksels ) met daarop hysterische bloempatronen. Mijn hele verschijning werd verder getooid met eerder genoemd brilletje, want als een montuur goed bevalt dan neem je als ouder natuurlijk niet om de twee jaar wat anders. En natuurlijk wat brillantine in het haar, wat mij toch telkens weer – als ik de foto’s zo achteraf zie – onbedoeld een wat Hitler-achtig uiterlijk gaf.
Ik had enorm uitgekeken naar de verschijning van twee jongedames, toendertijd beiden het object van mijn ontluikende liefde. Nu zou het gebeuren. Ondanks de bril zou ik het toch gaan maken, dankzij mijn nieuwe outfit.
Zodra zij binnenkwamen stond ik daar quasi-toevallig in hun nabijheid, en zo kon het gebeuren dat ik de ene tegen de andere hoorde zeggen: “O, daar heb je dat ei ook weer!”.
Sindsdien had ik een hekel aan brillen.
Maar goed, ik dwaal weer enorm af en daar komt u als lezer natuurlijk niet voor. Terug naar het zappen op de bank. Ik kwam tot de blijde conclusie dat ik steeds vaker de ondertiteling niet meer kon zien, ondanks het redelijke schermformaat van 82 cm. Blij, want dat zou betekenen dat ik eindelijk ook een mooie nieuwe flatscreen kon aanschaffen. Dat moest natuurlijk wel op een tactisch moment, en zaterdag -terwijl mijn vrouw zich richting Franse Alpen spoedde- was het moment dus daar. Direct ook maar de zaag gezet in de antieke kast waar de vorige tv in stond, dan kun je tenminste niet meer terug. Het liefst had ik natuurlijk het allergrootste formaat gehad, want wat dat betreft zijn mannen enorm kleine kinderen, maar uiteindelijk ben ik blijven steken op 107 cm, toch aardig in de buurt, en het past toch precies in mijn geamputeerde kast. Geen groot zwart blok aan de muur dus.
Het mag duidelijk zijn dat ik dit weekend wel enorm gescoord heb bij mijn dochters, alleen weet ik nog niet hoe de deuren weer dicht kunnen, want op de een of andere manier passen de scharnieren, na een hele dag ploeteren en enorme rotzooi maken, niet meer. Als dat maar vóór zaterdag in orde is, want dan is het gedaan met de pret en begint het pijnlijke proces van haar voorzichtig te laten wennen aan wat daar achter die deuren verborgen is. Maar dankzij mijn slechte ogen meen ik een goede kans te maken.
Dit vraagt om een fotootje. Als weblogger deel je toch alles met je lezers?