Lang geleden dat we zo’n mooie Hendrik Averkamp-winter hadden. Althans, qua landschap dan, want de dooi zet al weer vrij snel in. Op de een of andere manier lijkt al die sneeuw een dempende werking te hebben op agressie, boosaardige gedachtes, vernielingen, lawaai, noem maar op. De kleur speelt ongetwijfeld mee. Je moet er niet aan denken dat wij, in plaats van door een maagdelijk en sereen wit, door een schreeuwend paars bedekt zouden zijn. Het leed ware niet te overzien. Niet voor niets zijn operatiekamers vaak in groene en rustgevende tinten uitgerust, in klaslokalen en schoolmeubilair overheerst ook vaak groen. Al eens lesgegeven aan een horde rugzakkinderen tegen de achtergrond van een knal-oranje muur met schreeuwende lichtgevend roze stippen? Dat bedoel ik dus. Kinderen – en volwassenen – hebben het met die sneeuw al druk genoeg, ondanks de heilzame en kalmerende werking van al die stil dwarrelende sneeuwvlokjes, waar ik als kind de halve nacht voor wakker bleef als er sneeuw verwacht werd, starend voor het raam in mijn kamertje, in de kou naar de lantaarnpaal, waar je in het licht de eerste voorboden kon aanschouwen.
Werd je dan ’s ochtends wakker, dan hoorde je buiten dat gedempte geluid je zag het vreemde licht tegen het plafond weerkaatst, en dan wist je: er ligt een dik pak sneeuw.
Misschien zijn we deze week allemaal wel weer een beetje stiekum kind geweest, misschien hebben we ’s nachts toch even uit het raam gekeken, en hebben we gedacht “Ha! Het sneeuwt, dat wordt leuk morgen!”. Sneeuw verbroedert. Wildvreemden zeggen je op je knerpende gang ineens gedag, sneeuw bedekt alles met een kleur die alle kleuren in zich heeft. Nu was- en ben – ik niet zo’n held als het op gladheid aankomt. Dreigt er ergens een naderende sneeuwbal, dan ploeter ik bij voorkeur een straat om, of ik doorboor vanchter het stuur van mijn auto de mogelijke gooier met dodelijke blikken. ‘”Agressieve autobestuurder slaat groepje argeloze met sneeuwballen gooiende kinderen in elkaar”, dat soort koppen trek ik er dan bij.
Vroeger bouwde ik met buurkinderen een enorm fort op het pleintje achter ons huis, op de Jan Bontelaan in Overveen. Toen je nog winters had, en toen de kerstvakantie wel een maand leek te duren. Het fort werd door vaders ( altijd weer mannen, dat blijven grote kinderen ) met ijswater versterkt. Anderhalve meter hoog toch wel, en drie sneeuwemmers dik. Het wachten was dan op de kinderen uit een nabijgelegen buurt, die -zo wisten wij van verkenners – een grote aanval voorbereidden. Enorme sneeuwbalgevechten waren het gevolg, het fort was gepokt met verse sneeuwblutsen, de muren deels ingestort, onder woest gejuich vertrapt door de aanvallende horden. Daar is Warcraft dus niks bij.De tegenaanval volgde in de loop van de dag, met hetzelfde resultaat, waarna alle vaders ’s avonds de boel restaureerden voor de volgende dag, nu nog strategischer en degelijker opgebouwd volgens de eeuwenoude principes der krijgskunde. Dat was nog leuk. Maar veel erger was het geploeter op het ijs. Friese doorlopers of zo had ik, houten schaatsen met van die veters. Laarzen aan, en dan werden die dingen om je voeten gesjord, tot de touwtjes de bloedbanen ongeveer volledig afknelden en je strompelend over het ijs zeulde, de schaatsen inmiddels in een haakse hoek onder pf vaker nog naast je voeten. Wollen wanten aan een touwtje, al snel doorweekt en dus volledig verijst. Tot overmaat van ramp waren er dan altijd jongens die groter waren dan jij, harder reden dan jij en bovendien echte Noren hadden. Zo kon ik dus nooit indruk maken op het meisje waarop ik gedurende de hele basisschool verliefd was. Zie de schaatsheld, met z’n doorlopers op halfzeven, en z’n wantjes bungelend uit de mouwen. En niet vòòr vijf uur binnen komen, want moeder moest de was doen.
Het is een feit dat kinderen tegenwoordig minder buiten spelen. Men stort zich nou veilig achter de spelcomputer met een snowboard van de berg af, een zak chips binnen handbereik. Even naar buiten, maar daar is het koud en nat, en sleetje rijden is een vrij suffe bezigheid als je het vergelijkt met de digitale variant. Een paar sneeuwballen, vooruit dan maar, en dan weer snel naar binnen voor het echte werk bij Wii Sports of Wii Fit. En bovendien, wat sneeuwt het nu nog helemaal? Het lijkt niet eens op wat je op je spelscherm ziet. Nou ja, een beetje dan, de afgelopen week. De wraak van Hendrick Avercamp. Ik pleit voor een nieuwe ijstijd, dan leren we het misschien weer.
Deze winter is wellicht nog niet voorbij: http://www.telegraaf.nl/binnenland/5665033/___Elfstedenkou_op_komst___.html?p=1,1