[youtube]http://www.youtube.com/watch?v=VFoE2Hy01KQ[/youtube]
Op gezette tijden bedenkt het management van het eerbiedwaardige onderwijsinstituut waar ik werk, dat het voor de ondergeschikten wel weer eens nuttig kan zijn om een cursus te volgen, bij voorkeur eentje die de zegeningen van de nieuwste vernieuwende onderwijsvernieuwingen over de cursisten uitspreidt. Zo kregen wij enige weken gelden een serie mailtjes van een Bureau X, wat ons op steeds dwingender toon verzocht een aantal ooit gemaakte toetsen aan te leveren. Deze zouden dan langs de lat van het zogenaamde competentie-gerichte toetsen worden gelegd en gewogen. De definitie van competentie-gericht toetsen is me tijdens de twee cursusdagen niet geheel duidelijk geworden, het heeft meen ik iets te maken met dat je je vragen zo simpel mogelijk stelt en zo. Eerlijkheidshalve moet ik er bij vermelden dat ik de eerste – volledige – cursusdag van ’s ochtends tien tot ’s middags vier uur gemist heb.
Nu is de moderne jongere sterk visueel gericht en behept met de concentratie van een lantaarnpaal, dus ik voorzie in de toekomst toetsen in de vorm van drie-bladige prentenboeken, gemaakt van sabbel-bestendig materiaal. Als je er daar maar genoeg van uitdeelt, kom je toch nog aan je veertig vragen, die je dan over een heel semester kunt uitspreiden in verband met de te verwachten moeilijkheidsgraad. Bovendien wordt een sabbelbestendig prentenboek van veertig bladen wel erg onhanteerbaar.
De cursusdagen waren – heel tactisch – gepland tijdens een toetsweek. Men moet gedacht hebben dat je dan als docent niet veel te doen hebt. Hoe gaat zoiets. Je stopt een groepje onwillige docenten in een lokaaltje, eventueel een kroketje van de zaak vooraf, en je levert hen over aan twee- zo op het oog – vers van de opleiding komende onderwijsadviseuses. De eerste dag schijnt de cursus door één van beide dames alleen gegeven te zijn, en de ervaringen waren toen zódanig, dat voor de tweede cursumiddag versterking moest worden ingevlogen. De sfeer deed sterk denken aan een doorsnee klas met lawaaiierige pubers, en het wachten was op het moment dat een van beide slachtoffers daar voor de klas het geduld zou verliezen en tot schuimbekkende handtastelijkheden jegens de cursisten zou overgaan, maar nee, de beide onderwijsadviseuses hielden het hoofd ogenschijnlijk koel en overlegden rustig met elkaar, hun dossierstukken en hun mobieltjes. Je zou met ze te doen hebben: denk je alles van onderwijs te weten, want je werkt tenslotte bij een onderwijsadviesbureau, moet je ook nog volgens de heersende vernieuwingsnormen zoiets aan mensen uit de praktijk onderwijzen. Dat is raar! Daar helpt geen kek mantelpakje tegen. Ik teken voor zo’n baan: je verdient goud geld terwijl je de cursisten in groepjes wat laat aan rommelen en de laatste schoolroddels bespreken.
Zo af en toe verstomde het rumoer en konden de juffen een nieuwe zelfwerkzaamheidsopdracht aan de aanwezigen verstrekken, zodat een ieder die dat nodig achtte toch nog aan zijn eigen correctiewerk en andere schoolcorrespondentie toekwam. Zo werd het bijna vier uur, en konden de beide deskundige bureau X-medewerksters ons vertellen dat wij binnenkort een bewijs van deelname en – voor de leergierigen – een heus certificaat tegemoet konden zien. Nu waren er van de hele groep slechts twee die wat voorwerk hadden kunnen verrichten – blijkbaar iets meer vrije tijd – , dus die kunnen zich verheugen op een ongekend carrière-perspectief binnen het onderwijs. De rest, schrijver dezes incluis, zal het moeten stellen met een bewijs van deelname, wat natuurlijk weer een ereplekje gaat krijgen bij de andere bewijzen van deelname, alleen weet ik even niet meer waar die allemaal rondzwerven.
Het was een boeiende cursus. Op naar de volgende.
